rijden, maar een gemiddelde snelheid aan houden. Hij kan zonodig echter extra gas geven, bijvoorbeeld om een ander in te ha len. Dit is nu ook de bedoeling van de extra kredietinjecties, die met nieuwe en ver sterkte zekerheidsvormen mogelijk zal zijn. In clit verband wees de heer Van Campen nog op de overgangsfase, waarin de Neder landse landbouw zich zijns inziens bevindt. Er moeten grote bedragen geïnvesteerd worden om een hoger niveau van produk- tivitcit en rentabiliteit te kunnen bereiken. Uit die hogere rentabiliteit moet dan het vreemde vermogen afgelost kunnen wor den en eigen vermogen opgebouwd. Op de ze wijze blijkt duidelijk, dat de financiering met vreemd vermogen in beginsel bedoeld is als overbrugging naar de periode waarin voldoende eigen vermogen is gevormd, dat de financieringsfunctie kan overnemen. Notaris Bloemers wees erop, dat de kapi taalbehoefte van de landbouwbedrijven niet alleen door de noodzaak van investeringen zo groot is, maar ook door de hoogte van de belastingen. Hij dacht daarbij vooral aan de inkomstenbelastingen en aan de succes sierechten. Vooral deze twee belastingen bemoeilijken de vorming van eigen vermo gen in de landbouwonderneming en doen aldus meer behoefte ontstaan aan krediet. De heer Van Campen was het geheel met deze spreker eens. Ook hij meende, dat de hoogte van de belastingen een zware hin derpaal vormt hij de vermogensvorming, niet alleen voor de landbouwer, maar voor de kleine zelfstandige in het algemeen. Hij voegde er aan toe, dat de moeilijkheden op dit punt nog verzwaard worden door de voortgaande geldontwaarding, aangezien de progressie in de inkomstenbelasting ook dat gedeelte van de winsten treft, dat alleen maar een weerspiegeling is van de stijgen de prijzen en geen reële winst genoemd kan worden. Vervolgens kwam ir. Van den Noort aan het woord. Deze zag de noodzaak van al de voorgestelde wijzigingen op juridisch ge bied niet in. Die wijzigingen werden im mers alleen maar voorgesteld om de boer aan meer geld te kunnen helpen, maar hij meende dat er wel geld genoeg was, want de boerenleenbanken krijgen meer geld bin nen dan zij uitlenen. Hij vroeg zich af of de rente niet te hoog was. De heer Van Cam pen wees erop, dat het eerste doel van de boerenleenbank weliswaar gelegen is in kredietverlening aan de landbouw, maar dat de boerenleenbanken tegenover hun spaarders toch ook verplicht zijn om een groot deel van de hun toevertrouwde gel den op zo veilig mogelijke wijze te beleg gen, praktisch gesproken dus in staatspapie ren. Dit gebeurt dan in feite via de centra les. De hoogte van de rente is daarnaast iets, waaraan de boerenleenbank weinig kan doen. De rentevoet wordt gedicteerd door de markt. De boerenleenbanken kunnen al leen maar hesparingen aantrekken als zij de marktrente betalen aan de spaarder. Daar komen dan nog de kosten van het apparaat bij en de kosten die gevergd worden dooi de versterking van de financiële weerbaar heid, en aldus komt men aan rente, die de bank aan haar kredietnemers moet vragen. De heer Van den Noort ging vervolgens in op de redenen, die de landbouw ertoe be wegen om veel te investeren. Men noemt dan gewoonlijk, zo zei hij, allerlei omstan- 14^9

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1963 | | pagina 15