„De onderhandse geldlening behoeft niet meer in te houden, dan dat de geldgever tegen ontvangst van een schuldbekente nis het overeengekomen bedrag verstrekt aan de geldnemer, die zich verplicht om op bepaalde tijden een overeengekomen be drag aan rente te betalen en tevens om zich te houden aan de overeengekomen rege ling van lossing der schuld. Tevens zullen er gewoonlijk zekerheden zijn gesteld op de nakoming van de verplichtingen van de geldnemer. Meer niet. Er is dus geen toon derpapier, dat de verhandeling van de schuldvordering mogelijk maakt of verge makkelijkt: dat is dus het grote verschil met de obligatielening, waarbij de obliga tie de rechthebbende op de verplichtingen van de geldnemer identificeert. Er is daardoor ook geen prospectus van node, waardoor het voor een ieder, die de moeite van het lezen neemt, bekend is on der welke voorwaarden de schuld wordt aangegaan. Neen, bij de onderhandse le ning zijn de twee partijen aan elkaar be kend". De genoemde auteur tracht in zijn artikel te becijferen, hoe groot het aandeel van de onderhandse lening in het geheel van de kapitaalmarkt is. Hij komt tot de slotsom dat de onderhandse leningen verstrekt door beleggingsinstellingen in 1960 bijna 53%) uitmaakten van het totale binnenlandse netto-aanbod op de kapitaalmarkt. Voor 1961 en 1962 vermoedt hij dat het aandeel van de onderhandse lening iets is terugge lopen, hoewel het ongetwijfeld ook in deze jaren groot is gebleven. Dat dergelijke leningen naast de gewone obligatieleningen een zo grote plaats zijn gaan innemen op de kapitaalmarkt vindt behalve in kostenvoordelen zijn oorzaak vooral in de grote aanpassingsmogelijkheid aan de wensen van geldgever en geldnemer. Om voor deze soms vreemdsoortige wen sen emplooi te kunnen vinden middels een obligatielening zou ondoenlijk zijn. Een deskundig bemiddelaar kan in deze echter goed werk verrichten bij de totstandko ming van een overeenkomst tot geldlening op schuldbekentenis. Al enige tijd leeft de gedachte om tot een beurs te geraken voor verhandeling van deze onderhandse leningen. Hoewel in principe elke lening kan worden overge dragen, is de overdraagbaarheid van on derhandse leningen hij de huidige markt- techniek veel omslachtiger dan die van obligatieleningen. Geregelde noteringen en publikatie van dit soort leningen zouden de verhandelbaarheid kunnen verbeteren. De markt zou op deze wijze doorzichtiger worden gemaakt, hetgeen tot prijsegalisa- tie zou kunnen leiden. Hoe men zich voor stelt dit idee te realiseren is nog niet geheel duidelijk. Nieuwe' obligatieleningen Begin februari werd een nieuwe staatsle ning aangekondigd, zoals wij in ons vorig nummer reeds vermeldden. De aankondi ging deed de koersen van de overige staats leningen in eerste instantie wat teruglopen, maar even later trokken zij weer bij. Deze nieuwe emissie, waarvan de inschrijving openstond op 19 februari, biedt een rende ment van cicra 4,35%). Storting zal plaats vinden op 7 maart. De belangstelling was 1448

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1963 | | pagina 26