die in structurele verbeteringen meer heil zien dan in prijsverhogingen. Nu kent Frankrijk het typische probleem van de ontvolkte streken. Om nieuwe be langstelling voor de verwaarloosde gron den en gebouwen in deze streken te kwe ken, wil men tot onteigening in deze ge bieden overgaan. De bedoeling is om, voor zover mogelijk, de gronden en gebouwen weer geschikt te maken en dan weer uit te geven. Ook de bedrijfsgrootte is voor de Fransen een probleem. liet gezinsbedrijf wil men als basis handhaven. Tc kleine en te grote bedrijven tracht men te vermijden. Daarom worden de te kleine bedrijven vergroot, terwijl daarnaast een stelsel van maatrege len gehanteerd wordt om het onstaan van zeer grote bedrijven te voorkomen. Zowel de verkoop van gronden als de samenvoe ging van bedrijven is daarom niet geheel vrij meer. Uiteraard zullen de structurele maatrege len een vergroting van het produktievolu- me veroorzaken. Voor verschillende pro- dukten verwacht men grotere overschot ten dan tot nu toe het geval is geweest. Men aanvaardt dit welbewust. Er moet dan meer aan de afzet worden gedaan. Dit zou ook zonder verdere groei van de produktie al gewenst zijn, want de or ganisatie van de markten voor landbouw- produkten is in Frankrijk niet best. Men heeft er vrijwel geen afzet en verwerkings coöperaties, die zich met die in Nederland zouden kunnen meten. Ook de aankoop verenigingen zijn zwak. Het gevolg is, dat de boer maar een magere prijs voor zijn produkten krijgt, terwijl de huisvrouw in de stad diezelfde produkten duur moet be talen. Het verschil verdwijnt in de zakken van de tussenhandel, die veelal weinig effi ciënt georganiseerd is. Door het lage le venspeil op het platteland heeft men tevens veel behoefte aan een doeltreffend bank wezen. Men gaat nu voor verbetering van de afzet en verwerking van de agrarische produkten het stichten van goede organisa ties bevorderen. Daarnaast tracht de over heid de contractteelt te stimuleren. Zij wil zelfs zo nodig de prijzen en de totale om vang van de contractteelt regelen. Een ander gevolg van de Franse maatre gelen is dat er voor het overschot export markten moeten worden gevonden. In de eerste plaats denkt men dan aan de E.E.G. Men moet de Franse invloed op de buiten landse markt voor landbouwprodukten niet onderschatten. In 1965 zal Frankrijk on geveer 6 miljoen ton tarwe exporteren, 70.000 ton kaas, 50.000 ton boter, 160.000 ton andere zuivelprodukten, 250.000 ton rundvlees en 100.000 ton varkensvlees. Bo vendien wil men de export van groenten en fruit aanmerkelijk verhogen. Het uiteinde lijk te realiseren gemeenschappelijk prijs peil voor landbouwprodukten zal mede be palend zijn voor de mate waarin Frankrijk erin zal slagen zijn exportsurplus op de Europese markt af te zetten. Voor ons land zal de concurrentie van Frankrijk ongetwij feld zwaarder worden. Overzien we het voorgaande, dan kunnen we constateren dat de Franse landbouw in toenemende mate wordt gemoderniseerd. Door een vergaand ingrijpen van de over heid zal de produktiviteit worden vcr- 439

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1963 | | pagina 17