Onze belangstelling
wordt gevraagd voor
De verbreking van de onderhandelingen
tussen de E.E.G. eti Engeland
De President van Frankrijk, die zich nog
steeds graag Generaal laat noemen, heeft
de deur voor Engeland dicht gedaan op het
moment waarop het er naar uitzag dat de
belangrijkste obstakels uit de weg zouden
worden geruimd. De onderhandelingen had
den reeds lang geduurd en zij waren zeer
moeilijk geweest. In onze voorlichting aan
de lezers hebben wij deze moeilijkheden
nooit verbloemd en hebben wij er speciaal
op gewezen, dat de verschillen in produk-
tieomstandigheden op landbouwgebied tus
sen Engeland en de zes E..E.G.-landen hier
bij een grote plaats innamen.
Toen de onderhandelingen begonnen, stond
het bepaald niet vast dat zij met succes be
kroond zouden worden. Naarmate zij voort
gingen, werd het echter duidelijk dat van
de zijde van Engeland de bereidheid aan
wezig was om alle onderdelen van het Ver
drag in beginsel te aanvaarden. Het gesprek
ging in hoofdzaak nog slechts over de voor
waarden gedurende de overgangsfase, die-
volgens de tekst van het Verdrag in 1970
zou moeten eindigen.
Het is goed nog eens te wijzen op deze prin
cipiële bereidheid van Engeland om zich na
het verstrijken van de overgangsfase geheel
en al te houden aan de regels van het Ver
drag, nu de Franse regering via haar vele
officiële en onofficiële spreekbuizen de in
druk wekt dat deze bereidheid hij Engeland
ontbrak en dat zij dus eigenlijk alleen maai
de consequenties trok uit de Britse houding.
Het besluit van President de Gaulle is in
gegeven door politieke motieven. De Presi
dent wenst dat Europa een op zich zelf
staande macht zal worden tussen de Ver
enigde Staten en de Sovjet-Unie. Naar zijn
mening zou de toetreding van Engeland tot
de E.E.G. het onmogelijk maken om deze
conceptie te verwezenlijken, omdat Enge
land zich in zijn buitenlandse politiek ba
seert op een nauwe samenwerking met de
Verenigde Staten. President de Gaulle is ge
neigd om de Engelsen en Amerikanen op
één hoop te vegen onder de benaming „An
gelsaksen", een woord waarin zijn inner
lijke afstand tegenover deze volkeren tot
uiting komt.
Er zullen veel Fransen zijn die het met hun
staatshoofd eens zijn. Er zijn er echter ook
die zich met zijn besluit niet zo gelukkig
zullen voelen. Daaronder horen vermoede
lijk de Franse boeren. Dezen hadden ge
hoopt op vergroting van de markt voor hun
produkten als Engeland zou toetreden; En
geland is immers een typisch importland op
het gebied van landbouwprodukten. Daar is
nu nog bijgekomen, dat President de Gaulle,