kingen te maken over de verklaring van
Generaal De Gaulle en in te gaan op de
uiterst moeilijke positie, waarin de E.E.G.
intern en in wereldverband zou komen te
verkeren als Frankrijk zijn zin krijgt ten
aanzien van Engeland. Wel menen we erop
te moeten wijzen dat nu meer dan ooit dui
delijk is geworden wat Frankrijk, zeker op
agrarisch terrein, in de E.E.G. nastreeft.
Dit land moet hét landbouwgebied van de
E.E.G. worden: zijn produktie moet voor
tal van agrarische produkten sterk vergroot
worden en voor de afzet daarvan moet de
E.E.G. zorgen via de zgn. E.E.G.-preferen
tie en/of door de financiële gemeenschap
pelijke verantwoordelijkheid.
Voor diverse produkten is Frankrijk nog
niet klaar. Vandaar de Franse eisen waar
aan de andere E.E.G.-landen tot nog toe in
verregaande mate tegemoet zijn gekomen -
voor allerlei voorzieningen en regelingen,
welke de Franse markt min of meer reser
veren voor de Franse produktie en tegelij
kertijd ruime mogelijkheden voor export
naar de partnerlanden laten. Intussen wordt
in Frankrijk alles gedaan om gedurende de
overgangsjaren de positie van de Franse
landbouw te versterken.
Zeker één les zullen de andere E.E.G.-
landen, ook Nederland, moeten trekken uit
hetgeen medio januari is geschied. Zij zul
len er uiterst nauwlettend voor moeten
waken dat Frankrijk in de E.E.G. de dienst
gaat uitmaken en in de agrarische sector op
alle terreinen (marktregelingen, bescher
ming eigen markt, financiële gemeenschap
pelijke verantwoordelijkheid, enz.) alle
voordelen van de gemeenschappelijke
markt voor zichzelf in de wacht sleept.
D uit se im port- positie
De Duitse invoer van slachtvarkens is dui
delijk beïnvloed door de E.E.G.-regeling,
die op 30 juli j.1. een aanvang nam. Dit
blijkt uit de cijfers van tabel 1.
Namen de Duitse invoeren in de laatste vijf
maanden van 1961 nog slechts 21,4% voor
hun rekening, in de overeenkomstige perio
de van 1962 was dit percentage gestegen tot
56,1%. Deze verschuivingen in het Duitse
import-patroon zijn niet alleen door de
E.E.G.-regeling teweeg gebracht; zo hangt
de daling van de Poolse exporten ook samen
met de moeilijkheden, die Polen op het
agrarisch vlak ondervindt.
Met betrekking tot de Duitse importen van
slachtpluimvee en eieren beschikken we al
leen over de cijfers van de periode 30 juli -
30 november 1962; maar het zijn toch inte
ressante gegevens, reden waarom we ze
hier geven (tahel 2).
Het percentage van de E.E.G.-landen is in
de periode 30 juli - 30 november 1962 ten
opzichte van dat in de overeenkomstige pe
riode van 1961 toegenomen van 28,1 tot
44,2. Opvallend zijn de vermindering van
de importen vanuit de derde landen èn de
meer dan verdubbelde invoer vanuit Frank
rijk (met behulp van omvangrijke export
toeslagen!).
Voor eieren zijn de Duitse importcijfers
voor de periode 30/7 tot 30/11 als vermeld
in tabel 3.
Het aandeel van de E.E.G.-landen in de
Duitse eierimport lag in de periode 30 juli -
30 november 1962 op 83,5% tegenover
73,3% in de overeenkomstige periode in
1961.
1414