haar rekening had genomen dan het jaar
tevoren. Tegelijkertijd daalde het aantal
hij ons met 5%. In voorgaande jaren heeft
Eindhoven steeds een groter aandeel ge
had in de financiering van investeringen
waarbij het Borgstellingsfonds werd in
geschakeld, maar in 1961 kwamen beide
organisaties gelijk. Nu moeten we hierbij
wel bedenken, dat sinds de oprichting van
het Borgstellingsfonds het aantal verleende
borgstellingen per 1000 bedrijven in het
zuiden veel groter is geweest dan in het
noorden en oosten. Alleen de Noord-Oost-
polder maakt hierop een uitzondering.
I)e minder goede bedrijfsresultaten op de
gemengde bedrijven hebben de animo om
te investeren zo sterk beïnvloed, dat het
aantal aanvragen mede daardoor in deze
sector sterk is gedaald. Het beginnen als
zelfstandige boer en de uitbreiding of ver
vanging van gebouwen zijn echter nog
vaak redenen geweest om met behulp van
het Borgstellingsfonds te financieren.
Het verslag wijst nog op de verruiming
van de kredietverleningsmogelijkheden bij
de boerenleenbanken, waardoor het aantal
borgstellingen voor leningen met korte en
middellange looptijd eveneens is vermin
derd. In de toekomst zal deze ontwikke
ling zich ongetwijfeld verder voortzetten.
Vooral de activiteiten van de Landbouw
kredietverzekering „Eindhoven" zullen in
1962 deze tendens verder hebben versterkt.
I)e tuinbouw toonde in 1961 eveneens min
der belangstelling voor het Borgstellings
fonds dan in 1960. De bedrijfsresultaten in
deze sector bleken van dien aard te zijn, dat
de vrij omvangrijke investeringen voor een
groot deel via zelffinanciering konden
worden tot stand gebracht. Voor zover het
eigen vermogen toch nog te kort schoot,
kon dan door de reeds genoemde verbre
ding van de financieringsmogelijkheden hij
de boerenleenbanken wel een afdoende op
lossing gevonden worden. Hierdoor is ook
het beroep op de Waarborginstituten in de
meeste provinicies afgenomen. Nog slechts
in 45%) van de gevallen waarbij een aan
vrage bij het Borgstellingsfonds werd in
gediend, deed men eveneens beroep op het
Waarborginstituut. Gewoonlijk kwamen
de verzoeken uit de groenteteeltsector,
waar men met relatief minder goede be
drijfsresultaten tevreden moest zijn. Dit
neemt niet weg, dat het aantal verleen
de borgstellingen door het Borgstellings
fonds in samenwerking met een Waarborg
instituut in 1961 met ongeveer 11% bleek
te zijn gedaald.
De ervaringen in het afgelopen jaar wijzen
erop, dat deze daling zich versneld heeft
doorgezet. Voor een groot deel zal ook dit
wel veroorzaakt zijn door de toenemende
activiteiten van de Landbouwkredietverze
kering „Eindhoven". Deze maatschappij
heeft voor meer dan 4 miljoen tuinbouw-
voorschotten verleend, waarvoor geen vol
waardige zekerheid van de kant van de aan
vrager aanwezig was. Daarmee werd echter
tevens de behoefte aan steun door de
Waarborginstituten voor een groot deel
van het genoemde bedrag verminderd. Als
deze ontwikkeling zich verder doorzet, zul
len de Waarborginstituten verder aan bete
kenis verliezen, terwijl hun taak door de
ontwikkelingen in onze landbouwkrediet
organisatie steeds meer door de krediet-
verzekering wordt overgenomen.
1403