eenmaal een bepaalde spaarvorm gekozen, dan moet men daaraan vasthouden om het recht op de premie niet te verliezen. Deze beperking is aangebracht om al te grote verwikkelingen te voorkomen. Administratieve kanten Om de spaarinstellingen zo weinig mogelijk last met de nieuwe regeling te bezorgen, zal de regering een systeem invoeren, waar bij deze instellingen geen afzonderlijke ad ministratie van de premierekeningen hoe ven aan te houden. Aan de spaarder die een storting op zijn premierekening verricht, kunnen zgn. spaarbewijzen worden uitge reikt. Die spaarbewijzen zullen als enig be wijs van storting gelden en overgelegd moeten worden bij de uitbetaling van de premie. De spaarbewijzen zullen verstrekt worden in coupures van 25. Kleinere stor tingen zullen dus niet mogelijk zijn. De regering acht het geen bezwaar, als iemand deelneemt aan de algemene premie regeling, terwijl hij tegelijkertijd besparin gen verricht in het kader van een bedrijfs- spaarregeling. Hij ontvangt dan dus pre mies van twee kanten tegelijk, maar moet ook dubbel sparen. Het ligt in de bedoeling dat alle uitvoerende instellingen zullen controleren of degenen die een spaarpremie willen ontvangen daar toe gerechtigd zijn. De controles zijn een voudig en betreffen grotendeels vragen die de uitvoerende instellingen zelf kunnen be antwoorden, zoals bijvoorbeeld de vraag of de deelnemer tussentijds zijn spaargeld niet heeft aangesproken. Voor het overige zal de spaarinstclling moeten nagaan, of leeftijd en woonplaats van de spaarder aan de eisen voldoen. Met betrekking tot de inkomens grens van 12.000 kan zij volstaan met een verklaring van de belanghebbende bij de aanvraag, dat zijn inkomen beneden die grens ligt. Na uitbetaling van de premies zal de spaarinstelling deze bij het Rijk kun nen declareren. Het belang van de bezitvorming De invoering van de nieuwe regeling zal onvermijdelijk wat extra werk ook voor de boerenleenbanken meebrengen. Dat is ech ter het doel wel waard. Bevordering van het sparen is een levensbelang voor de boe renleenbank zelf. Het is een bij uitstek gun stige omstandigheid voor de Nederlandse spaarinstellingen, dat onze regering zoveel werk maakt van de bevordering van het sparen, al heeft de regering zelf daarbij uiteraard andere beweegredenen dan het doen floreren van financiële instellingen. De beweegredenen van het beleid inzake de bezitsvorming worden in de toelichting bij het wetsontwerp nog eens uiteengezet. Voorop staat de vorming van persoonlijk duurzaam bezit onder alle lagen van de be volking. Zulk bezit geeft het individu de kans om grotere economische onafhanke lijkheid te bereiken en zich ruimer te ont plooien. Duurzaam bezit - denk aan een huis, een bedrijf - brengt de mens tot een sterker gevoel van verantwoordelijkheid en in veel gevallen tot meer regelmaat en gro tere bedachtzaamheid in de besteding van zijn inkomen. Merkwaardig genoeg, zo kunnen wij eraan toevoegen, maakt het de mens dikwijls ook vrijgeviger, minder egoïstisch in de geldbesteding. Voorts ziet de regering haar beleid op dit 1394

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1963 | | pagina 12