Onze belangstelling wordt gevraagd voor Het werkprogramma van de E.E.G. gedurende de tweede etappe Enkele weken geleden ontvingen wij het werkprogramma van de Europese Econo mische Gemeenschap gedurende de twee de etappe, een vrij forse publikatie met niet minder dan elf hoofdstukken, waarbij even zovele min of meer gescheiden onderwer pen aan de orde komen, waarvoor in grote lijnen de ontwikkeling van de E.E.G. in de komende jaren per categorie wordt ge schetst. Voor ons is vooral van belang wat de Europese Commissie mededeelt aan gaande het gemeenschappelijk landbouw beleid en de economische en monetaire po litiek. Datgene wat hier buiten valt, zullen wij in het onderstaande dan ook laten rusten. Landbouw beleid Zoals bekend gingen per i augustus van dit jaar voor granen, varkensvlees, slacht- pluimvee, eieren en diverse soorten groen ten en fruit de gemeenschappelijke veror deningen in. Dit eerste begin is dan wel niet geheel en al naar wens verlopen, maar bezien tegen de achtergrond van de inge wikkelde problemen, is er toch reden ge noeg om in de gunstige perspectieven van een Europees landbouwbeleid te geloven. Voor melk en zuivelprodukten, rundvlees en rijst zullen in de loop van de tweede etappe soortgelijke regelingen voor een ge meenschappelijke ordening der markten moeten komen als voor granen, varkens vlees, eieren en slachtpluimvee nu reeds zijn gerealiseerd. De besprekingen hierover zijn reeds in volle gang. De Europese Com missie zal verder zo spoedig mogelijk voor stellen indienen betreffende een gemeen schappelijke ordening van de markten voor suiker, aardappelen, oliën, vetten en niet voor menselijke consumptie geschikte tuin- bouwprodukten. Een gemeenschappelijke landbouwmarkt is slechts mogelijk als er ook een gemeen schappelijk beleid ten aanzien van de prij zen tot stand komt. Een stelsel van richt prijzen zal door de Commissie worden voorgesteld, waarbij als criteria zullen gel den: het inkomen van de agrarische be roepsbevolking, de oriëntatie van de pro- duktie op de vraag en de ontwikkeling van de gehele economie. Dit betekent dus dat men in Brussel enerzijds zal streven naar een verhoging van het hoofdelijk inkomen voor hen die in de landbouw werkzaam zijn en dat men anderzijds ook een ruime visie toont door een harmonische ontwik keling van de wereldhandel te bevorderen. Op langere termijn gezien zal ook dit laat ste voor de landbouw van groot belang zijn. 1341

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1963 | | pagina 7