ting. Gedurende de laatste jaren kon langs deze weg op volkomen legale wijze via aankoop van rentespaarbrieven een extra belastingaftrek worden verkregen. Het is namelijk toegestaan, de in de koers begre pen opgelopen rente als „kosten van ver- werving" in mindering te brengen op het belastingplichtig inkomen van het jaar van aankoop. Als de verkoop in een volgend kalenderjaar lag, dan mocht, eveneens over de volle verder opgelopen rente, art. 48 worden toegepast. Het is duidelijk, dat de stukken met de meeste opgelopen rente zich het beste voor dit fiscale doel lenen. Vandaar dus, dat de rentespaarbrieven 1952 enorm in koers waren gestegen. Hierbij heeft men echter te veel uit het oog verlo ren, dat onze fiscale wetgeving in revisie is. Te eniger tijd zou aan de hierboven bedoel de fiscale kunststukken een einde moeten komen. Weliswaar zijn deze op voorschrif- ten gebaseerd, doch die hebben altijd al vreemd aangedaan. Medio december werd de inhoud bekend gemaakt van de jongste wijzigingen aangebracht in het ontwerp van Wet op de Inkomstenbelasting 1960. Volgens deze wijzigingen zal onder andere art. 48 pas mogen worden toegepast, wan neer de bezitsperiode tenminste drie jaren heeft geduurd. Vele andere beperkingen ten aanzien van dit soort obligaties zijn in het ontwerp uitgewerkt. De voorgestelde wijziging is niet zonder in vloed gebleven op de koers van de rente spaarbrieven. Die van 1952 is in enkele da gen tijds gedaald van 215% tot 175%. Landbou w-economisch nieuws Markt- en prijsbeleid Het nieuwe jaar is ingegaan zonder dat de openbare behandeling van de begroting- Landbouw 1963 in de Tweede Kamer had plaatsgevonden. Wanneer dit binnen kort zal geschieden, zal de befaamde re geling omtrent de verlening van voor schotten aan de gemengde zandbedrijven wel geen onderwerp van discussie uitma ken. De beslissingen hieromtrent zijn in de loop van december genomen. Te verwach ten valt dat de Tweede Kamer veel aan dacht zal schenken aan het markt- en prijs beleid in 1962/1963, aan de vele ontwik kelingen en problemen op het E.E.G.-ter- rein en aan de nota van minister Marijnen over het landbouwbeleid. Tot nog toe heeft de regering alleen voor melk het nieuwe prijsbeleid vastgesteld. Zoals vorige maand werd aangegeven is voor melk een richtprijs van 27 cent vast gesteld. Het Landbouwschap had 28 cent gevraagd, dit mede met het oog op de ach- J3 72

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1963 | | pagina 38