de executiewaarde dient te geschieden. De
ze vraag betreft met name de taxatie van
.landbouwgronden, bedrijfswoningen en be
drijfsgebouwen voor bedrijven in akker
bouw en weidebouw en de gemengde be
drijven. Het onderstaande heeft betrek
king op dergelijke onderpanden.
De feitelijke koopprijzen zijn geen basis
Een taxatie ten behoeve van de kredietver
lening dient te zijn gebaseerd op de bij ge
dwongen verkoop te verkrijgen prijs. In het
algemeen kan worden gesteld dat oncde
Wet Vervreemding Landbouwgronden de
bij vrijwillige en gedwongen verkopen te
realiseren prijzen gelijk waren.
Nu deze wet is vervallen, wordt de moge
lijkheid geopend om bij vrijwillige verko
pen een hogere prijs dan voorheen te ver
krijgen. De taxateur dient onder deze om
standigheden te bedenken dat de executie-
waarde hiervan echter beduidend kan gaan
afwijken. De feitelijke koopprijzen die in
het werkgebied van de bank worden be
taald, kunnen ons inziens niet dienen als
basis voor de waardering van een bepaald
bedrijf. Deze feitelijke koopprijzen zullen
namelijk veelal betrekking hebben op los
land, bestemd voor vergroting van de be
drijfsomvang. Door deze bijzondere be
stemming kunnen de prijzen afwijken van
het algemene prijsniveau. Ook andere min
of meer toevallige of speculatieve elemen
ten kunnen een rol hebben gespeeld bij de
onderhandeling tussen koper en verkoper.
Tenslotte moet nog rekening worden ge
houden met de mogelijkheid dat de „wit"
geworden „zwarte" prijzen een groter aan
bod zullen uitlokken met als gevolg een
dalende tendens van de feitelijke koopprijs.
Hetzelfde effect kan worden veroorzaakt
door een ruimer aanbod van pachtgrond
bijvoorbeeld afkomstig van bedrijven, die
gespecialiseerd worden in de richting van
varkens- of kippenhouderij of tuinbouw.
De beleggingswaarde
Een betere basis voor de taxatie van de
executiewaarde wordt gegeven door de
rentabiliteit van een belegging in land
bouwgronden en gebouwen. De taxatie kan
dan worden afgeleid uit de door de Grond
kamer maximaal goed te keuren pacht in
dien de te taxeren gronden en gebouwen
zouden worden verpacht. Een wijziging
van de door de Grondkamer aan te houden
normen mag voorshands niet worden ver
wacht.
Wij verwachten dat de waarde-bepaling
van niet-verpachte gronden en gebouwen
voor de Vermogensbelasting eveneens mag
worden gebaseerd op de beleggingswaarde.
In soortgelijke gevallen nl. huizen in
eigen bewoning is terzake door de rech
ter beslist, dat de waarde van een door de
eigenaar bewoond huis getaxeerd mocht
worden zonder rekening te houden met de
eventueel hogere prijs, die bij verkoop als
vrije woning verkregen kon worden.
Voorbeeld
Voor een perceel zeer goede, vochthou-
dende zandgrond zou een pacht van ma
ximaal 120 kunnen worden goedgekeurd.
De eigenaarslasten bedragen 20 per hec-