Het steunprogramma voor de landbouw Bij het ter perse gaan van dit nummer be reikte ons het bericht over een door minis ter Marijnen opgesteld programma van steunmaatregelen voor de agrarische sector. Het gaat hierbij om een bedrag van in totaal 60 miljoen, dat voor drie verschillende doeleinden zal worden besteed. Allereerst wil de minister verbetering brengen in de door de lage inkomens veroorzaakte toene ming van de kortlopende schulden van de boeren. Door het kapitaal van het Borg stellingsfonds met 10 miljoen te verhogen, stelt de minister dit Fonds in staat om op ruimere schaal garanties te verlenen voor langlopende kredieten en voorschotten. Wanneer de boer overgaat tot het opne men van kredieten en voorschotten, die eventueel door het Borgstellingsfonds ge garandeerd worden, kunnen de kort lopen de kredieten, met name de leverancierskre dieten worden afgelost, zodat de boer in een financieel minder klemmende positie komt te verkeren. Vervolgens zal de minister een „Ontwikke. 1248 lings- en saneringsfonds" in het leven roe pen, dat over 50 miljoen zal beschikken. De helft van dit bedrag zal worden besteed voor het verstrekken van renteloze voor schotten aan gemengde bedrijven die in fi nanciële nood verkeren; de andere helft zal voor structurele doeleinden worden ge bruikt. Met dit laatste bedoelt de minister niet alleen een verbetering van de uitrus ting van levensvatbare bedrijven mogelijk te maken, maar ook aan niet levensvatbare bedrijven premies te geven om het de be trokken landbouwers mogelijk te maken hun bedrijf van de hand te doen en buiten de landbouw een nieuw bestaan op te bou wen. Overzien wij dit hulpprogramma, dan valt het ons op, dat de minister niet is ingegaan op het verzoek uit landbouwkringen om direkte toeslagen te verlenen op bepaalde produkten van de gemengde bedrijven. Zeer waarschijnlijk is deze weigering geba seerd op de toenemende invloed, die de E.E.G. heeft op het nationale beleid van landbouwministers van de lid-staten. In de kringen van de georganiseerde landbouw wordt het zeer betreurd, dat het program ma geen plaats inruimt aan rechtstreekse hulp op die plaatsen waar het momenteel het hardste nodig is. Anderzijds waarderen wij het dat de rege ring voor de boeren een mogelijkheid schept om zich te ontdoen van het dure leverancierskrediet. Deze positieve daad sluit aan bij de verontrustende situatie, dat vele boeren zeer hoge bedragen bij hun vee voederleveranciers hebben uitstaan. Onder steuning van de bedrijven op langere ter mijn achten wij met het oog op de E.E.G.-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1962 | | pagina 6