Aantekeningen bij de statistische gegevens
Bij een vergelijking van de maandbalansen per 31 augustus en per 30 september blijkt, dat de maand september
voor de boerenleenbanken een vrij rustig verloop heeft gehad. De toevertrouwde middelen, waaronder voor
namelijk worden verstaan het spaartegoed bij de Stichting Spaarbank en het tegoed, dat de rekeninghouders
in rekening-courant aanhouden, zijn in de afgelopen maand wederom gestegen met 18 miljoen. Hierin zijn
spaargelden begrepen ten bedrage van 14 miljoen en gelden op rekening-courant tot een bedrag van 4 mil
joen. De ontwikkeling van de spaargelden is in de afgelopen maand enigszins teleurstellend geweest. De mo
gelijkheid is niet uitgesloten, dat de slechte opbrengsten van de oogst hieraan debet zijn. liet spaaroverschot
was in deze maand lager dan in de overeenkomstige periode van het vorig jaar. In de maand september werd
78 miljoen gestort en 64 miljoen terugbetaald, te vergelijken met september van het vorig jaar, toen
er 75 miljoen werd gestort en 59 miljoen werd opgenomen.
Het tegoed van de rekeninghouders in rekening-courant nam toe van 228 miljoen eind vorige maand tot
234 miljoen eind deze maand.
In de stand van de kredieten in rekening-courant is geen noemenswaardige wijziging ingetreden. Met 137
miljoen is deze op hetzelfde niveau gebleven als in augustus. De kredietverlening in de vorm van vaste voor
schotten bleef sterk stijgen. In de maand september kon een netto toeneming worden geregistreerd van 16
miljoen.
Het verloop van de besparingen in de maand oktober is aanmerkelijk gunstiger geweest dan verwacht
werd. In deze maand was het verschil tussen storting:n en terugbetalingen hoger dan in de overeenkomstige
periode van 1961. Er werd 89,4 miljoen op de Stichting Spaarbank gestort, terwijl 71,5 miljoen werd te
rugbetaald.
Bij de overige spaarinstellingen, te weten de Rijkspostspaarbank en de banken aangesloten bij de Coöpera
tieve Centrale Raiffeisenbank te Utrecht, bedroeg het spaarverschil resp. 12 miljoen en 28 miljoen.
12 78