nadat het najaar inzette is er op de eier markt min of meer tegen de verwachting in tot nog toe geen duidelijke opleving gekomen. Daarbij kwam nog een sterke da ling van de prijzen van gebruiksvee en slachtvee. Duidelijk is gebleken dat het markt- en prijsbeleid ten opzichte van het gemengde bedrijf te kort geschoten is. Er bestaan ga rantieregelingen voor granen, suikerbieten, fabrieksaardappelen en melk. Maar derge lijke regelingen zijn er niet voor de varkens- en pluimveehouderij. De redenen daarvoor zijn van diverse aard. Zij liggen voorna melijk in de specifieke omstandigheden betreffende produktie, prijsvorming en afzet van varkens en eieren. In de var kenssector wordt wel een zgn. stabilisatie beleid gevoerd, met op zichzelf vaak goede resultaten, maar veelal zijn cle feitelijke mo gelijkheden voor Nederland gering. Wan neer de export van varkensvlees erg moei lijk is, kan het Produktschap voor Vee en Vlees de Nederlandse varkensprijzen niet op een voor de producenten bevredigend peil handhaven of terugbrengen. In de pluimveesector is tot nog toe geen echt marktbeleid gevoerd. Zodoende ontvangen twee zeer belangrijke bestaanspijlers van het gemengde bedrijf in het kader van het Nederlandse markt- en prijsbeleid geen of een relatief geringe be scherming en hulp van overheidswege. Het is daarom verantwoord en billijk dat de re gering achteraf hulp gaat bieden, speciaal met betrekking tot de veredelingssectoren, nu het gemengde bedrijf door een samen loop van omstandigheden in ernstige moei lijkheden is geraakt. De hulp zou gegeven kunnen worden via kredietfaciliteiten in een of andere vorm en via bijdragen a fonds perdu. Momenteel dringt het Landbouwschap er bij de rege ring met kracht op aan dat op korte termijn aanvullende maatregelen ten behoeve van de gemengde bedrijven zullen worden ge troffen. Misschien is, wanneer deze Mede delingen worden gelezen, bekend of de ac tie van het Landbouwschap tot resultaten, en zo ja tot welke heeft geleid. Ook moeilijkheden met melk en met slachtvee Intussen is het overleg tussen de minister van Landbouw en het Landbouwschap over de nieuwe garantieregelingen begonnen. In dit overleg komen ditmaal geen L.E.I.-kost prijsberekeningen aan de orde. Wel zijn er allerlei andere gegevens, voor een goed deel door het L.E.I. beschikbaar gesteld, die als achtergronden en indicaties worden gehan teerd. Van de akkerbouwbedrijven zijn de nodige gegevens nog niet beschikbaar; dit zal pas rond 15 november het geval zijn. De nieuwe garantieregeling voor melk staat nu in het middelpunt van de discussies. Ge zien de ongunstige situatie op de gemengde bedrijven en de onbevredigende uitkom sten van de weidebedrijven over 1961/62, ligt het voor de hand dat de landbouw een garantieregeling voor de melk verlangt, welke aanmerkelijk beter is dan die over 1961/62. Deze omvatte een garantieprijs van 28,1 cent voor maximaal 5,1 miljoen ton. Het gemiddelde arbeidsinkomen per boer in de verschillende weidestreken lag in 1961/62 1500 tot 3000 lager dan in 1271

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1962 | | pagina 29