dat er zo weinig papier beschikbaar was,
dat de titel werd veranderd in „Berichten
(ter gedeeltelijke vervanging van de vroe
gere „Mededeelingen") van de Coöperatie
ve Centrale Boerenleenbank" (no. 320; de
cember 1943/januari 1944). Maar toen was
dan ook het einde van de narigheid in zicht,
want het nummer van november 1945 ver
scheen weer met de oude vertrouwde naam
en kondigde aan „Een nieuw begin". Dit
was nummer 325.
En nu hebben wc dan het 500e nummer
voor ons, op de kop af 56 jaar nadat het
eerste nummer verscheen. Het is dus een
levensvatbare periodiek gebleken. Mag het
uiterlijk van de Maandelijkse Mededelin
gen dan al aan veranderingen onderhevig
zijn geweest en ook de inhoud niet aan de
invloed van de tijdsomstandigheden ont
snapt zijn, door de verschenen nummers
heen bladerende, merkt de lezer op, dat
toch wel voldaan is aan de inhoud van het
reeds vermelde „Een woord voorat" in het
eerste nummer:
„De toezending (van de Mededeelingen),
ook aan de Banken, welke nog geene in
lichtingen omtrent eene bepaalde zaak
vroegen, heeft het voordeel, dat menig
een opmerkzaam gemaakt wordt op za
ken, waaraan hij wellicht niet dacht, en
die toch van het hoogste belang kunnen
zijn. Daarenboven kunnen in deze Mede
deelingen alle kennisgevingen opgeno
men worden, die de Centrale Bank aan
de aangesloten banken heeft te doen."
Het is overigens een aangename bezigheid
om zo te hooi en te gras te lezen, wat de
1198
redactie van de Maandelijkse Mededelin
gen in de loop der jaren aan de lezers heeft
voorgeschoteld.
In het geven van informaties zijn de Maan
delijkse Mededelingen niet te kort gescho
ten. Zo is het eerste nummer vrijwel ge
heel gewijd aan alles wat met hypotheek
te maken heeft, tot zelfs de kosten van
royement (ongeveer 6,50) toe. Toch was
daarin blijkbaar iets vergeten, want in num
mer 6 (juni 1911) wordt nog uiteengezet
hoe de overwaarde van hypothecair onder
pand moet worden berekend. In nummer
15 (april 1913) komt een stukje voor over
„Bestemming van spaargelden na den dood
des inleggers".
En zo verschijnen met de regelmaat van de
klok uiteenzettingen over administratieve
aangelegenheden, over de voorschot- en
kredietverlening, over de zekerheden, over
sparen en over rente-berekening, kortom
over alles wat voor de aangesloten banken
van belang kan zijn. Aardig is het in num
mer 22 (juni 1914) te lezen de „wenken,
in acht te nemen bij het schrijven van brie
ven". Daarin staat onder meer dat elk on
derwerp op apart briefpapier moet wor
den behandeld, maar ook dat nimmer me
dedelingen gedaan of vragen gesteld moe
ten worden op kwitanties, saldo-biljetten,
uittreksels, wijzigingen der ledenlijst enz.
en ook niet op papiersnippers en velletjes
uit een schoolschrift.
Van de aktiviteiten van de Centrale Bank
blijkt ook op gezette tijden. In 1914 was
een wijziging van de Statuten van de Cen
trale Bank en van de plaatselijke banken
aan de orde, waarvoor tweemaal een Alge
mene Vergadering bijeengeroepen moest