Aantekeningen bij de statistische gegevens
Nu de spaarcijfers van de eerste acht maanden van meer dan één opzicht kunnen de boerenleenbanken
wikkeling hiervan bij onze organisatie na te gaan. In meer dan één opzicht kunnen de boerenleenbanken
over de gang van zaken tevreden zijn. Zag het er aanvankelijk naar uit, dat de aanwas van spaargelden
geringer zou zijn dan het vorige jaar, in de maand mei trad een kentering op. Van toen af was het spaar
saldo iedere maand hoger dan in de overeenkomstige maand van het vorig jaar. De achterstand ten op
zichte van het vorig jaar, die de banken in het begin van dit jaar hadden opgelopen, is gedurende de laat
ste vier maanden ingehaald. Per einde augustus was ongeveer i miljoen meer gespaard dan in de eerste
acht maanden van het vorig jaar. Wanneer deze tendens zich gedurende de laatste maanden van het
jaar verder voortzet, is de mogelijkheid niet uitgesloten, dat het spaarsaldo van het vorig jaar, dat als
een rekord wordt beschouwd, dit jaar zal worden overtroffen.
Ook de besparingen bij de R.P.S. en de bondsspaarbanken vertonen in de afgelopen periode een gunstig
beeld. Bij de R.P.S. is in deze periode aanzienlijk meer gespaard dan in dezelfde periode vorig jaar. Hier
bij moet men echter wel rekening houden met het feit dat bij deze instelling de besparingen in 1960 sterk zijn
achtergebleven bij die van de overige instellingen. De besparingen bij de algemene spaarbanken liggen op een
iets hoger niveau dan het vorig jaar. Een tegengestelde ontwikkeling doet zich voor bij de boerenleen
banken van de groep Utrecht. Bij deze groep constateren we dat, met uitzondering van de maanden
januari en februari, het spaarsaldo iedere maand geringer was dan in de overeenkomstige periode van
1961. De totale besparingen zijn dan ook enigszins beneden het peil van het vorig jaar gebleven.
In de maand augustus werd bij de boerenleenbanken, aangesloten bij de Centrale Bank te Eindhoven,
26 miljoen meer ingelegd dan terugbetaald, terwijl bij de boerenleenbanken van de groep Utrecht
36 miljoen werd gespaard. Bij de algemene spaarbanken en de R.P.S. bedroegen de spaarsaldi 39 resp.
26 miljoen.
Blijkens de verzamelbalans per 31 augustus is het saldo-tegoed dat de rekeninghouders in rekening-cou
rant aanhouden wederom gestegen. Overeenkomstig het seizoenspatroon daalden de kredieten in reke
ning-courant. De kredietverlening in de vorm van voorschotten vertoonde een verdere toeneming.
I 240