Onze belangstelling wordt gevraagd voor Reacties op de afschaffing van de prijs- heheersing op landbouwgronden In verscheidene artikelen in voorgaande nummers hebben wij onze lezers op de hoogte gehouden van de gang van zaken rond de Wet op de vervreemding van landbouwgronden. Wij hebben ook reeds van verschillende zijden belangstelling voor deze zaak ondervonden in de vorm van brieven, die lezers ons toezonden en waaruit wij gedeelten hebben afgedrukt. I Iet doet ons genoegen dat de discussie over dit onderwerp ook in ons blad op gang is gekomen. Met ingang van 1963 zal de Wet aflopen en staan de betrokke nen voor nieuwe ontwikkelingen die nie mand precies kan voorzien. Voor onze boerenleenbanken zijn deze ontwikkelin gen vooral van belang omdat zij door de te verwachten beweging van de grond prijzen ook de omstandigheden van de kredietverlening raken. Wij hebben daar om gemeend, de op gang gekomen dis cussie te moeten stimuleren en hebben een deskundige in de persoon van ir. G. W. van Logtestijn, adjunct-directeur van het Boekhoudbureau van de N.C.B., bereid ge vonden om een uit de praktijk stammende beschouw.ng te geven over de taxatie van de grond op gemengde bedrijven in het licht van de opheffing van de Wet Ver vreemding Landbouwgronden. Verderop in dit nummer vindt de lezer het artikel van de heer van Logtestijn. I)e redactie is het niet in alle onderdelen met deze schrijver eens, maar dat neemt niet weg, dat wij zijn beschouwing zeer de moeite waard achten. Hij gaat ook in op bepaalde moeilijkheden die de eerste briefschrijvers hebben aangeraakt. Deze beschouwing over de grondwaarde op gemengde bedrijven bestrijkt maar een gedeelte van het terrein men kan dat zelfs in letterlijke zin opvatten waartoe de boerenleenbanken hun activiteit uit strekken. De kwestie van de taxatie is voor andere gronden eveneens moeilijk. Met name bij gronden die voor fruitteelt in aanmerking komen rijst nogal eens onze kerheid over de maatstaven voor de taxa tie. Kr is naar aanleiding van dit vraagstuk een correspondentie gevoerd tussen de Centrale Bank en het Ministerie van Land bouw, dat onze mening vroeg over de vraag, hoe de taxatie van fruitteeltgron- den zich zou gaan ontwikkelen na het ver vallen van de Wet Vervreemding Land bouwgronden. De zakelijke inhoud van deze briefwisseling hebben wij opge nomen in een volgend artikel in dit num mer. De belangstellende lezer vindt daar dus onze voorlopige gedachten over de 94

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1962 | | pagina 4