fonds wordt gegarandeerd. Indien dus
over het voorschot in bovenstaand voor
beeld 450 rente in rekening is gebracht,
kan dus worden berekend dat 6/10 van
450 de rente is over het door het Borg
stellingsfonds gegarandeerde gedeelte en
4/10 van 450 de rente is over het gedeel
te, dat gegarandeerd wordt door Waar-
borg-Instituut en boerenleenbank samen.
Stel nu, dat de voor het onderhavige voor
schot geldende rentevoet 4^% was, dan
betekent dit dus, dat een rente ad 4^%
over het niet door het Borgstellingsfonds
gegarandeerde gedeelte van het voorschot
4/10 x 450, is dus 180, bedraagt.
Maar hieruit volgt dan tevens, dat indien
de rente-voet 3x>% zou bedragen, het ren
tebedrag V2/4V2 of 1/9 van 180 zou zijn,
dus 20. Welnu, wij moesten weten welk
bedrag aan rente-opslag moest worden in
rekening gebracht. Deze rente-opslag
bedraagt V^'/o, dus moet de bovenbedoel
de voorschotnemer 20 rente-opslag be
talen.
Kort gezegd komt het dan hier op neer,
dat voorschotnemers die een garantie heb
ben verkregen van het Waarborg-Insti-
tuut jaarlijks een rente-opslag ad j/?0/0
moeten betalen, die berekend wordt uit
de formule:
Niet door
Borgstellingsfonds
gegarandeerd gedeelte V2
Rentebedrag x x
1 otaal Rentevoet
oorspronkelijk
voorschot
In het vorenstaande voorbeeld luidt dan
de uitwerking:
f 450 X 4/10 X
4X2
450 2/5 x 1/9 - 450 x 2/45
20.
Indien de verhouding van het door het
Waarborg-Instituut gegarandeerde ge
deelte van het voorschot en het totaal
daarvan niet gemakkelijk in een eenvou
dig breukgetal kan worden uitgedrukt, is
er geen enkel bezwaar tegen, in het breuk
getal de oorspronkelijke bedragen op te
nemen. Hetzelfde geldt voor de opslag
rente ten opzichte van de geldende rente
voet.
Tot slot nog enkele voorbeelden:
Oorspronkelijk Niet door Rentevoet Rente
voorschot Borgstellingsfonds
gegarand. gedeelte
(1) 8.400 3.100 4% 284,50
(2) 12.450 5.125 4V2 f 493,75
De opslagrente voor voorschot 1 be
draagt:
284,50 X 31/84 X y2/4% 11,05
en voor voorschot 2:
f 493-75 5125/12450 x V2/4V2 f 22,61
De oplettende lezer zal opmerken, dat in
dit systeem van berekening van de rente
opslag het saldo van het voorschot en de
aflossingen, die in het laatste boekjaar en
in de voorafgaande boekjaren hebben
plaats gehad, in de formule geen enkele rol
meer spelen. Saldo en aflossingen hebben
echter hun rol gespeeld bij het bepalen van
de rente, die over het laatste boekjaar door
de voorschotnemer moet worden betaald
en dus worden deze bedragen niet nog
eens in de formule voor de berekening van
de opslagrente opgenomen.
1235