Grepen uit de Miljoenennota De nota inzake de Rijksbegroting voor het jaar 1963 houdt voor de belastingbetaler niet het goede nieuws in, dat hem verleden jaar bij dezelfde gelegenheid werd verteld. Toen immers behelsde deze nota de aan kondiging, dat de inkomstenbelasting en de loonbelasting verlaagd zouden worden. Dat is inmiddels gebeurd met ingang van 1 juli 1962. De nieuwe Miljoenennota toont de uitwerking van deze maatregel, die door de regering geschat wordt op een inkomstenderving voor de Schatkist van 305 miljoen in 1963. Dit bedrag heeft die abstracte figuur, die „de belastingbetaler" genoemd wordt, dan in het komende jaar te verteren. Ook in het lopende jaar zijn de belasting ontvangsten al tegengevallen. Dat is voor het merendeel veroorzaakt door de gevoe lige daling van de winsten van bedrijven, eenmansbedrijven daarbij inbegrepen, in 1962. Het lopende jaar wordt in vele tak ken van bedrijf gekenmerkt door gelijk blijvende omzetten. De krachtige groei van voorbije jaren is er veelal uit; de omzet blijft wel op peil maar stijgt niet meer. In een aantal bedrijfstakken is de omzet zelfs aan het dalen. Ook de landbouw beleeft niet bepaald een florissant jaar. Daarente gen zijn de lonen overal verhoogd en zijn de kosten van de produktie daardoor in het algemeen belangrijk gestegen, ondanks de invoering van arbeid besparende machines en methoden. De winsten zijn door een en ander sterker teruggelopen dan vorig jaar werd verwacht. Dat is nu duidelijk merk baar geworden in de daling van de belas tingen die op deze winsten geheven wor den. Ten gevolge van de loonsverhogingen komt er natuurlijk wel meer loonbelasting binnen. De lonen worden echter aanmer kelijk minder zwaar belast dan de winsten van vennootschappen en gemiddeld ook minder dan de winsten van de goed ren derende eenmansbedrijven waarop inko mensbelasting wordt geheven. Zodoende kan de stijging van de opbrengst van de loonbelasting de lagere opbrengst van in komsten- en vennootschapsbelasting lang niet goedmaken. Niettemin verwacht de regering toch altijd nog 9,4 miljard aan belastingen te ont vangen voor het gehele jaar 1962. Met andersoortige middelen mee, zullen de in komsten van het Rijk naar raming 10,3 miljard bedragen. Voor 1963 wordt het to taal geraamd op 10,7 miljard. Tegenover deze inkomsten zullen in 1963 uitgaven staan, die worden begroot op een totaal van 11,6 miljard. Er wordt dus zoals gewoonlijk, een tekort verwacht, 1216

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1962 | | pagina 26