Met voorbijgaan van de weinige Keltische
kunnen wij de Romeinse munten beschou
wen als de eerste die in ons land in omloop
zijn geweest. De eerste echt Nederlandse
munt is ongetwijfeld geweest de omstreeks
700 in Dorestad (Wijk bij Duurstede) ge
slagen munt, waarvan een exemplaar op de
tentoonstelling aanwezig was.
Het ligt niet in het bestek van dit verslag de
verdere muntontwikkeling in ons land
breedvoerig te omschrijven. Volstaan kan
worden met de vermelding dat na de Fran
kische, de gouden, zilveren en bronzen
munten van de in de Middeleeuwen ont
stane feodale staatjes als Holland, Gelre en
Brabant als de voornaamste in omloop
kwamen. Deze toestand bleef gehandhaafd
tot het moment dat deze staatjes onder het
bestuur van Karei V kwamen. Onder diens
bestuur komt een grondige munthervor
ming, hetgeen Karei V mogelijk werd ge
maakt door de grote toevoer van zilver uit
de mijnen van de Nieuwe Wereld.
In de 80-jarige oorlog werden de munten
van de Zeven Verenigde Nederlandse Pro
vinciën wettig betaalmiddel, behalve in
Brabant, waar tot de Vrede van Munster
(1648) de munten van de hertogen van
Brabant bleven circuleren.
Na de Franse tijd krijgen we munten, ge
slagen tijdens de Bataafse Republiek, het
Koninkrijk Holland en tijdens de inlijving
bij Frankrijk; daarna komen de munten van
Koning Willem I en zijn opvolgers.
Na de inleiding van de heer drs. Knippen
berg werd het woord verleend aan burge
meester Cox van Heeze. Deze wees op de
evolutie welke de invoering van het geld
door alle tijden had gebracht en sprak er
zijn vreugde over uit dat I leeze tijdens de
„Brabantse Dagen" over een fraaie collec
tie oude munten beschikte, waarin een
brok geschiedenis van Brabant was vast-
gelegd.
Na een woord van dank aan de initiatief
nemers, verklaarde de burgemeester de
tentoonstelling voor geopend.
Hierna maakten de genodigden een rond
gang over de tentoonstelling, waarbij de
eigenaar van de munten tekst en uitleg gat.
De tentoonstelling bevatte een Griekse
munt, enige Romeinse munten, de voor
naamste munten van de Brabantse herto
gen en de Zeven Verenigde Provinciën.
Verder was van elke munteenheid, gesla
gen in de periode 1795 tot 1945, een exem
plaar aanwezig.
De tentoonstelling was zaterdag 1 en zon
dag 2 september voor het publiek openge
steld. 's Maandags 3 september brachten
de hoogste klassen van de jongens- en
meisjesscholen een bezoek aan de tentoon
stelling.
Het totale aantal bezoekers aan de tentoon
stelling kan worden gesteld op 1250. Dit
getal kon worden vastgesteld aan de hand
van het aantal uitgereikte prijsvraagtormu-
lieren. Naar schatting waren van deze
1250 bezoekers er ongeveer 400 uit Heeze
en ongeveer 850 uit de omliggende ge
meenten.
Uit deze cijfers mogen wij de conclusie
trekken dat de tentoonstelling, die tot doel
had nog eens de speciale aandacht op de
boerenleenbank te vestigen, een geslaagd
experiment mag worden genoemd.
12 15