totale stichtingskosten. Financiering in de
periode van aanplant zal moeten geschie
den op basis van de grondwaarde of tegen
andere zekerheden. Indien vaststaat dat de
aanplant is geslaagd en de bekwaamheid
van de eigenaar ook de toekomstige ver
zorging waarborgt, zal nog rekening moe
ten worden gehouden met het assortiment
en met de vraag of een complex fruitop-
stand als zodanig in de streek waar het ligt
courant is te achten. Ook de gevoeligheid
voor nachtvorst en dergelijke factoren die
nen in de beoordeling te worden betrokken.
Ten behoeve van de financiering van areaal
uitbreiding of andere investeringen, kan de
waardering van een bestaande aanplant
niettemin van betekenis zijn.
Als richtlijn kan worden genomen de voor
zichtig getaxeerde opbrengst bij een ge
dwongen openbare verkoop. In de praktijk
wordt moderne, net in produktie zijnde
aanplant veelal gewaardeerd op 5.000 a
7.000 per ha. Dit zou betekenen 50 a 70%
van de eerder genoemde stichtingskosten.
Voorbeeld
Een fruitteler heeft 3 ha goede fruitteelt-
grond, de aanplant is goed geslaagd en net
in produktie. Ilij koopt nog 3 ha grond
van dezelfde kwaliteit bij voor 8.000 per
ha. In de loop van de komende vijf jaar zal
hierop 10.000 per ha worden geïnves
teerd inclusief de beloning voor eigen ar
beid, rente en dergelijke. Deze fruitteler
heeft dus f 54.000 in totaal nodig. Een ge
deelte van dit bedrag behoeft eerst in de
loop van de komende jaren ter beschikking
te komen.
Als het bedrijf in een centrum voor fruit
teelt is gelegen, zal de onderpandswaarde
kunnen worden gesteld op ten hoogste:
grond: 6 x 8.000 48.000
bestaande
fruitopstand: 3 x 7.000 21.000
Totaal 69.000
Tot 2/3 van de grondwaarde, dus 32.000,
zou de boerenleenbank een lening op lange
termijn kunnen verstrekken. Omdat de
nieuwe aanplant pas over 5 a 6 jaar in pro
duktie komt, zou de aflossing bijvoorbeeld
kunnen worden geregeld als volgt: 5 jaar
nihil, daarna 25 jaar 1280 per jaar.
Een bedrag van 2/3 tot 90°/o van de grond
waarde, dus circa 11.000, zou kunnen
worden verstrekt met als aflossing: 5 jaar
nihil, daarna 5 jaar lang 2200 jaarlijks.
Tot 90% op de bestaande fruitopstand zou
kunnen worden geleend circa 19.000 met
een direct ingaande aflossing van bijvoor
beeld 2.000 per jaar. Dit bedrag moet uit
de opbrengsten van de bestaande fruitop
stand kunnen vrijkomen. De investering
bedroeg immers 30.000 terwijl de bank
op een afschrijving in gemiddeld 15 pro-
duktiejaren kan rekenen.
In totaal zou dus 6 2.000 onder hypothecair
verband kunnen worden geleend. Voor de
nieuwe investering was 54.000 nodig. Als
de hypothecaire schulden reeds groter zijn
dan 8.000 zal de fruitteler dus voor het
meerdere een andere zekerheid moeten
vinden of hij zal een gedeelte uit eigen mid
delen moeten financieren.
1212