Geeft de afschaffing van de Wet Vervreemding Landbouwgronden reden tot bezorgdheid? Reacties van lezers op afschaffing van de Wet In de Maandelijkse Mededelingen van juli jl. stond een artikel over het verdwijnen van de Wet Vervreemding Landbouwgronden. Hierop ontvingen wij een reactie van de heer W. Derks te Sterksel, waaruit blijkt, dat hij het met de inhoud in grote lijnen wel eens is, maar op één punt een andere mening heeft. In het artikel wordt namelijk gesteld: „Ons inziens is er geen reden om te veronderstel len, dat de bedrijfsoverneming voor jonge boeren in het algemeen moeilijker zal wor den". De heer Derks hoopt dat dit zo zal zijn, maar betwijfelt het wel en maakt zich daar over erg bezorgd. Hij schrijft: „Bij de overname van bedrijven hadden de ouders nu een leidraad aan de Grondkamer- prijs en tegenover hun andere kinderen vonden zij dat ook verantwoord. Een ho gere prijs beschouwde men, ook bij fami lieoverdrachten, meer als een zwarte prijs. Het begrip zwarte prijs gaat nu verdwij nen. Stel dat een grondprijs van 3.000 in het verleden nu 5.000 per ha zal worden (ik verwacht dit zeker). Voor de ouders zal het dan erg moeilijk worden, vooral tegen over de andere kinderen, om het bedrijf voor 6o°/o van de waarde over te dragen aan een van de kinderen. Men beweert wel dat dit hetzelf de is, maar de ouders met gro te kinderen denken daar wel anders over. Als men de stijging ook niet helemaal volgt, zal er toch zeker een bepaalde invloed van uitgaan op de prijs bij overname. Hoe denkt men zich de financiering dan van deze bedrijven, als men de taxatie op het huidige niveau wil handhaven? Er wordt nu al volop verkocht, op voorlopige koopakte, voor hogere prijzen als 5.000 per ha. Gezien de prijzen van de landbouwproduk- ten, gaan genoemde prijzen van de grond de economische gebruikswaarde ver te bo ven, maar er zijn op heden zoveel gegadig den voor grond. Verschillende van deze gegadigden hebben hun boerderij of een gedeelte hiervan moeten verkopen voor een andere bestemming (uitbreidingsplannen), weer andere (w.o. bepaalde industriëlen) hebben de laatste jaren veel geld verdiend en vinden dit een solide belegging, al geeft dit een slecht rendement. Nogmaals, ik hoop dat het niet zo zal gaan als ik verwacht, maar voor onze jonge boe ren, die bedrijven moeten overnemen, wordt het zeker moeilijker en voor de ou ders die hier aan toe zijn, geen gemakkelijke beslissing." 1189

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1962 | | pagina 31