Geld- en Kapitaalmarkt Kalme geldmarkt De maanden juli en augustus hebben voor wat betreft de geldmarkt een vrij rustig en ruim beeld te zien gegeven. Steeds waren er bepaalde factoren, die de zich openba rende krapte-verschijnselen wisten te eli mineren. Zo liep de totale uitzetting van de bank- biljettenomloop rond de juni-ultimo tegen de 300 miljoen, waartegenover de schat kist echter per saldo een bedrag van circa 140 miljoen betalingen deed. Voor een tegenwaarde van ongeveer 50 miljoen werden deviezen aan de Nederlandsche Bank overgedragen. Het saldo der banken bleef daardoor ook hoegenaamd constant en wel enkele tientallen miljoenen boven het vereiste gemiddeld aan te houden be drag. De Agent van het Ministerie van f i nanciën zag, gezien de aanhoudende ruim te, aanleiding om met ingang van 12 juli over te gaan tot de afgifte over de toonbank van twee-maands schatkistpromessen (het zogenaamde Vennootschapsbelasting-pa pier) a 2Vs0/". Gelijktijdig trok de Neder landsche Bank haar faciliteit in voor wat betreft de inkoop van in juli en op 1 augus tus vervallend schatkistpapier. Die afgifte van schatkistpromessen werd, gezien de ontstane en de verwachte ruimte voor de volgende kasreserveperiode, zeer toegejuicht door de markt. Het saldo der banken bleef op een hoog niveau (b.v. op 9 juli was de stand 778 miljoen), zonder noemenswaardige wijzi gingen. Dit was onder meer een gevolg van het feit, dat de afname van bovengenoemd schatkistpapier van de Agent hoegenaamd evenredig liep met de toeneming der geld middelen. Tot 25 juli bleef daardoor de officiële call- rente gehandhaafd op 1%%. Op genoemde datum werd deze verlaagd tot 1 VVVo, op 1 augustus werd zij gesteld op 1 V^°/o en op 6 augustus werd de call-notering door de Bankcommissie vastgesteld op 1%. De marktprijs liep hiermede gelijk. Voor de periode van 22 augustus tot 22 september is het kasreservepercentage met 1% ver laagd tot 7%). Het daggemiddelde kwam daardoor van circa 600 miljoen op circa 525 miljoen te liggen waarbij dan uiter aard nog het gemiddeld aan te houden de posito uit hoofde van de overschrijding van het krediet-plafond dient te worden opgeteld. Voorts werd toegestaan, dat de overschotten op de kasreserve van de pe riode 23/7 - 22/8 voor de daaropvolgende periode gebruikt werden. In feite komt het dus neer op een dubbele periode, namelijk van 23/7 - 22/9 met een gemiddelde van 7V2°/o. 1186

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1962 | | pagina 28