Landbouw-economisch nieuws De E.E.G. en Engeland: een terugblik Ruim een jaar geleden, begin augustus 1961, deed Groot-Brittannië een stap van geweldige betekenis: het verzocht de K.E.G.-landen onderhandelingen te begin nen omtrent zijn aansluiting bij de E.E.G. 1 Iet duurde een paar maanden - dit vanwe ge de vakanties en enige meningsverschil len tussen de E.E.G.-landen onderling - voordat de onderhandelingen konden aan vangen. Een half jaar lang, van najaar 1961 tot mei 1962, werden allerlei problemen en moeilijkheden, welke aan de toetreding van Engeland tot de E.E.G. verbonden waren, bestudeerd en besproken zonder dat het tot eigenlijke, werkelijke onderhandelingen kwam. Om diverse redenen wilde Engeland echter vóór de vakantie klaarheid hebben over de grote lijnen langs welke op de be langrijkste punten een akkoord met de E.E.G.-landen zou kunnen worden bereikt. In mei en de daarop volgende maanden volgde dan ook een reeks van soms dagen en nachtenlang durende vergaderingen. Ten aanzien van verschillende onderwer pen bleek het mogelijk tot overeenstem ming te komen. Maar het bleek niet moge lijk alle moeilijkheden op te lossen en, toen de onderhandelingen voor enige maanden werden opgeschort precies één jaar na het Engelse verzoek, was er nog geen zeker heid dat Engeland zich binnenkort bij de E.E.G. zou aansluiten of buiten de E.E.G. zou blijven. Het grote struikelblok lag, zo als min of meer een traditie is geworden in onderhandelingen over economische inte gratie, op het agrarisch vlak. De agrarische problemen zijn van tweeërlei aard. Eensdeels spruiten ze voort uit de Britse verlangens voor bepaalde voorzie ningen ten behoeve van de Britse landbouw zelt. Anderdeels vinden ze hun oorsprong in de Engelse verlangens ten aanzien van de afzet van agrarische produkten uit lan den van het Britse Gemenebest. Wat de wensen ten behoeve van zijn eigen land bouw betreft, bepleitte Engeland aanvan kelijk het behoud van een ruime mate van autonomie en zelfstandigheid in zijn land bouwbeleid. liet deed dit met name ten einde zo nodig maatregelen te kunnen tref fen om de rentabiliteit en het inkomen van de eigen agrarische bedrijfstak op het ge wenste peil te handhaven. Uiteindelijk aanvaardde Engeland echter het beginsel van de gemeenschappelijke landbouwpoli tiek; het is zodoende bereid, met name voor de eindfase, afstand te doen van zijn auto nomie op landbouwpolitiek terrein. Dit speelde zich vooral af rondom het jaar lijkse landbouwrapport, de zgn. Annual Rev iew. Kng eland wilde dat in de E.E.G.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1962 | | pagina 24