Tuinbouw, aantrekkelijk voor producent en consument Terwijl voor de meeste akkerbouw- en vee- teeltprodukten slechts met kunst en vlieg werk in de vorm van overheidsmaatregelen een redelijke opbrengst kan worden verkre gen, kunnen onze tuinders zich verheugen in financiële resultaten, die geen redenen tot klagen geven. De betekenis hiervan is des te groter als men bedenkt, dat zulks in deze sektor wordt bereikt zonder direkte overheidssteun. Het blijkt namelijk moge lijk om het aanbod van tuinbouwprodukten zodanig te reguleren, dat de prijzen zonder overheidssubsidies een bevredigend niveau bereiken. Dit prijsniveau ligt, vergeleken met dat van de landbouwprodukten, dan ook veel gunstiger. De vraag dringt zich op hoe dat mogelijk is. Diverse oorzaken zijn hiervoor aan te wijzen. Allereerst pleegt men dan te den ken aan de afzetmogelijkheden. Tuinbouw produkten worden meer gekocht naarmate de welvaart toeneemt. Men heeft dan im mers meer gelden ter beschikking voor luxe produkten, waaronder de duurdere groenten en de voortbrengselen van de sierkunst vallen, en tot op zekere hoogte ook fruit. Grote vakkennis, gecombineerd met een unieke afzetorganisatie, die boven dien veel aandacht aan marktonderzoek be steedt, de aanwezigheid van de vereiste teelt-technische voorwaarden, zijn even eens van groot belang. Realiseren wij ons dan nog de relatief gunstige verhouding tussen wereldaanbod en wereldvraag en de goede vooruitzichten in de gemeenschappe lijke markt, dan is de vrij gunstige positie, waarin de tuinbouw zich bevindt, onmis kenbaar. Het is dan ook niet zo verwonderlijk, dat de betekenis van de tuinbouw in ons land gedurende de laatste jaren steeds is toege nomen. Bedroeg het aandeel van de tuin bouw in de totale waarde van de agrarische produktie in 1950 nog maar 12%, in 1960 was dit reeds 16%, terwijl de waarde van de gehele agrarische produktie inmiddels was gestegen van 4.198 miljoen tot 6.856 miljoen. De export van tuinbouwprodukten nam eveneens zeer snel toe, namelijk van f 388 miljoen in 1950 tot 951 miljoen in 1960. Dit betekent, dat meer dan 86% van de waarde van de Nederlandse tuinbouwpro- duktie wordt geëxporteerd. Vooral West- Duitsland neemt onder de afnemers een be langrijke plaats in. Wie in de afgelopen maanden in Duitsland op vakantie is ge weest, zal wel hebben opgemerkt, dat er tot in de kleinste dorpen bijna geen groente winkel was, of er stond een bord met de aankondiging, dat er schnittfeste holliindi- sche Tomaten verkrijgbaar waren. Hoewel West-Duitsland, evenals de meeste andere

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1962 | | pagina 12