Overzicht van de voornaamste posten van de weekstaten van de Nederlandsche Bank 1/5 7/5 14/5 21 >5 28/5 4/6 Goud 5698 5698 5698 5698 5698 5698 Deviezen 478 5°3 564 668 667 72 Totaal Goud en Deviezen 6176 Ó20I 6262 6366 6365 6410 Portefeuille '59 228 2 93 261 261 2 59 Voorschotten 55 3 6 1 7 6 8 6 Banken 685 667 804 93 1 862 776 Andere Ingezetenen '45 136 "35 138 i85 188 Saldo Schatkist 334 5" 543 44 6 247 362 Chartale Circulatie 5307 5 17° 5' 12 51 2 1 53 39 5348 Medio mei werd bekend gemaakt, dat ge noemde emissie zou plaats vinden tegen de koers van 475%). Dit betekent dus, dat dit concern in totaal voor 73 1 miljoen een beroep doet op de kapitaalmarkt. Nemen we aan, dat het buitenland op deze emissie inschrijft naar rato van zijn huidige bezit, dan zou de Nederlandse kapitaalmarkt voor rond 3 7h/o ofwel 270 miljoen moeten zor gen. De claimhandcl ving op 1 juni aan. Op een koers van 8oo°/o en in aanmerking geno men, dat de nieuwe aandelen ten volle in het dividend van 1962 meedelen en vijf oude aandelen recht geven op een nieuw, zou de theoretische prijs van de claim on geveer 540,- zijn; hij een koers van bijv. 750% zou deze prijs onder overigens de zelfde voorwaarden op 460,- uitkomen. Als gevolg van de scherpe koersdaling op de aandelenmarkt te New York zakte de prijs echter tot beneden 300,-. Rond dezelfde datum maakte de Bank voor Nederlandsche Gemeenten bekend, dat zij voornemens was een 41/20/o dertig-jarige obligatielening uit te geven a pari, waarop de eerste tien jaren geen aflossing is toe gestaan. Op 24 mei was de inschrijving opengesteld en op 18 juni de datum van storting. Met deze emissie deed het 41/2°/o-rentetype opnieuw zijn intrede. De jongste 4% Ne derland 1962 lag aanvankelijk niet ongun stig in de markt. Dat de koers hiervan ech ter zeer snel enkele punten daalde was voor al het gevolg van de majorerings-praktij- ken, die de inschrijvers van elkaar hadden onderschat. De koersdaling van deze lening, welke eveneens de prijs van vele andere leningen met zich mee trok, wekte wan trouwen in het bestaande renteniveau en geloof in een fase van hogere rente.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1962 | | pagina 30