Geld- en Kapitaalmarkt De mei-maand werd op 2 mei ingezet met een tender op drie- en vijf-maands schat kistpromessen en 17-maands schatkistbil jetten. Aan de merkwaardige looptijd van de laatst genoemde biljetten is te zien, dat de schatkist haar pogingen om de geld markt te stabiliseren voortzet. Deze biljet ten zullen immers worden afgelost in okto ber 1963, als de geldbehoefte tijdelijk groot is vanwege de hoge afdracht van vennoot schapsbelasting in die maand. De toewij zing beliep respectievelijk 5,5 miljoen te gen een discontopercentage van 2°/o, 23,6 miljoen a 21/4°/o en 18,2 miljoen met een coupon waarde van 2/2 De gehele toe wijzing 47,3 miljoen) was dus niet erg hoog, hetgeen in het kader van de toen maals zeker niet ruim uitziende geldmarkt goed uitkwam. In de loop van de maand echter is deze markt er rooskleuriger gaan uitzien. Uit de weekstaten van de Nederlandsche Bank kunnen we onder meer aflezen dat: de de viezenvoorraad met sprongen toenam; de Nederlandsche Bank voor vele miljoenen schatkistpapier en handelspapier kocht; de door de banken opgenomen voorschotten sterk werden gereduceerd; de saldi van de banken een grote stijging vertoonden en de bankbiljettencirculatie een welkome in krimping te zien gaf. Allemaal factoren, die een positieve bijdrage leverden in de verrui ming van de geldmarkt of waaruit deze ver ruiming bleek. Als we verder in aanmerking nemen, dat de verplicht aan te houden kasreserve plus „strafdeposito" zeker 100 miljoen lager moest liggen dan het banksaldo per 14 mei aangaf, dan is het ook wel te begrijpen, dat de callrente moest dalen. Echter duurde deze stap iets langer, vanwege de achter stand, die nog ingehaald moest worden op beide verplichtingen. Stond op 15 mei en daarvoor de callprijs op 3 tot zelfs vaker 4 en 41/4°/o, vanaf 16 mei daalde hij scherp. Op 17 mei daalde de callrente namelijk tot rond 2V20/0 en de volgende dag tot zelfs i3/4%>, het punt waarop de officiële prijs was blijven staan. Aangezien de „open marktprijs" gewoonlijk niet beneden de of ficiële komt, zullen we moeten afwachten in hoeverre deze wordt verlaagd. Al met al zijn we toch wel een zonniger periode in gegaan. Toen Philips vorige maand het bericht lanceerde, dat zij voor ca. 154 miljoen zou gaan emitteren, werd de kapitaalmarkt zeer onrustig. De gissingen omtrent de emissiekoers en de daaruit resulterende eventuele hoge onttrekking van middelen aan deze markt, deden vooral de koers van dit groeifonds sterk dalen. Deze onzeker heid oefende een druk uit op de gehele markt.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1962 | | pagina 29