dukten. Wel liggen de gemiddelde door de veehouders in de E.E.G.-landen gemaakte prijzen voor melk niet zo heel ver uit el kaar; deze prijzen bewogen zich in 1961, ruw-weg genomen, tussen 26 en 30 cent per kg. Maar er zijn diverse zeer grote moeilijkheden. De op de boerderij gewon nen melk heeft het karakter van een grond stof, die voor tal van bestemmingen kan worden aangewend: voor consumptiemelk, boter, kaas, condens, enz. Beziet men de zuivelpolitiek en de marktprijzen van de verschillende produkten in de zes landen, dan blijkt dat er dienaangaande buitenge woon grote verschillen bestaan. Daar komt nog bij - en daarin zit het kernpunt van de moeilijkheden - dat alle E.E.G.-landen worstelen met de grote omvang van de melkproduktie en de snelle toeneming van de melkplas. Wel is het mogelijk, en de Eu ropese Commissie streeft in die richting, om het zuivelprobleem wat te verlichten door een zekere stimulering van de rund- vlees-produktie. Maar de mogelijkheden op dit terrein zijn beperkt. Rundvee in de wereld Nu we het toch hebben over de rundvee houderij, welke rundvlees en melk levert, is het misschien interessant enige cijfers te vermelden over de omvang van de rund veestapel in de wereld. Deze ontleenden we aan Landbouw Wereldnieuws (van 19 mei jl.). Men moet de nodige voorzichtig heid met deze gegevens betrachten: voor vele landen en gebieden zijn de cijfers niet meer dan globale ramingen; de cijfers be treffen melkvee en slachtvee, soms ook trekvee (zoals buffels), enz. Het aantal stuks rundvee ligt in de wereld sedert 1960 boven de 1 miljard; dit betekent 1 stuks rundvee per 3 mensen (dat zegt ove rigens niet veel). Rundveestapel (in miljoenen stuks) gemiddeld (raming) gebied 1951 _55 1960 1962 Noord en Centraal Ameril ca 130 142 .48 Zuid-Amerika i4' 162 169 West-Europa 73 81 85 Oost-Europa 3° 3 33 Rusland 57 74 82 Azië 356 376 3 75 Afrika 103 118 119 Oceanië 2 1 23 24 Bij een vergelijking met de cijters van rond 1953 (gemiddelde van 1951- 55) blijkt dat de grootste stijging heeft plaats gevonden in Rusland (44%)); daarna komen Z.-Ame rika (20%), West-Europa (16%), Ocea- nië (15%), Noord-Amerika en Afrika 14°/o)Achteraan komen Oost Europa (io°/o) en Azië (5%). Als we alleen letten op de aantallen, dan zijn er in de wereld zes zeer grote veeteelt- landen, namelijk India rond 2 10 miljoen st. U.S.A. rond 100 miljoen st. Rusland rond 82 miljoen st. Brazilië rond 75 miljoen st. Chin. Volksrepubliek rond 65 miljoen st. Argentinië rond 45 miljoen st. 1109

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1962 | | pagina 27