ren door de boerenleenbanken ofwel bij het
ponsen. Wat het laatste betreft moeten wij
uiteraard zelf attent zijn, doch voor wat
betreft de totalisering door de boerenleen
banken zijn wij afhankelijk van de werk
wijze bij de banken. Het is ons opgevallen
dat veel banken bij dit totaliseren fouten
maken, hetgeen ons veel tijd kost, omdat
wij er in eerste instantie van uitgaan dat de
ponsing niet juist is geweest en deze dus
gaan controleren.
Eerst als blijkt dat deze goed is geweest,
gaan wij over tot het controleren van de
totalisering van de recapitulatiestaatjes. liet
zou onlogisch zijn deze volgorde om te
draaien, omdat men dan ervan uitgaat dat
eenvoudiger werk in easu totaliseren meer
foutenkans heeft dan moeilijker werk in
casu ponsen. Mogen wij de employees
van de boerenleenbanken langs deze weg
nogmaals dringend verzoeken aan de code
ring en de totalisering van bedragen en co
denummers op de recapitulatiestaatjes de
grootst mogelijke zorg te besteden.
Wij lazen....
dat het trekkerspark in vergelijking
met 1960 met 6850 (8,3*/rtoenam tot
88.916 trekkers. De totale trekkerscapaci
teit bedraagt nu bijna 2,1 miljoen pk, dat
wil zeggen ruim 90 pk per 100 ha cultuur
grond, tegen 80 pk in 1960 en slechts 24 in
1950. Daarbij kan nog worden vermeld,
dat het aantal trekkers, in gebruik bij loon
bedrijven, toenam van 7.653 (1960) tot
8.734, een stijging dus van ruim 14
dat er meer dan 4000 miljonairs in
ons land zijn. Dit is de schatting van het
Centraal Bureau voor de Statistiek, die in
een over enkele weken te verschijnen over
zicht van de inkomens- en vermogensverde
ling een spectaculaire stijging signaleert van
het aantal Nederlanders, dat meer dan een
miljoen gulden bezit.
In 1958 bedroeg het aantal miljonairs 2080,
een jaar later 660 méér, en de verwachting
van het C.B.S. is, dat op 1 januari van dit
jaar het getal 4000 werd overschreden.
Deze ontwikkeling is voor een belangrijk
077