Koerstabel 5-4- ■1962 3S~ 1962 y/.'t Nederland 1947 92V 1 (4>o 1%) 89 7 ■1 (4*2 3 3/4% Nederland 1954 90V 1 (4,18r r) 89 (4.31' 33/4% Nederland 1953 967. (4,1 lc/c) 95 (4.26' 4% Nederland 1961 99 (4,11 97 (4.34' lVl% Nederland 1956 94*': (4,16 c/c) 93 7 a (4.25' Nederland 1960 I I O 7. (4>3°# ioo13 <'i« (4.4' 4'/4?c Nederland 1959 IOO (4,25%) 99 7 (4.33' Yr Ned. Groothoek 1946 91 7: (4,11 90 7 <4.^8' 3% Investeringscert. 99 (3D4r^) 987 1» (3-47' 3 c/r Nederland 1962-64 99 7 i« (3.33%) 99 (3.47' genomen steeg het rendement op staats fondsen van ruim tot ruim 4l//d De aandelenmarkt stond onder invloed van de flauwe stemming in Wallstreet en van de voortdurende onzekerheid omtrent de cmissieprijs van de aandelen Philips, zodat over vrijwel de gehele linie een koersdaling valt te constateren. Overigens kan niet worden gezegd, dat ge noemd besluit als een donderslag bij hel dere hemel is gekomen. Reeds enige tijd heeft men de lucht kunnen zien betrekken. Dit was met name het geval toen bleek dat de banken en landbouwkredietinstellingen tezamen de vastgestelde normen met be trekking tot de kredietverlening aan de par ticuliere sector in januari hadden overschre den. Zoals we hierboven reeds vermeldden werd deze overschrijding in de maand februari voortgezet. De vaststelling van een toelaatbare marge voor de kredietexpansie bleek derhalve niet voldoende te zijn om de kredietverlening binnen de gewenste perken te houden. Door de discontoverhoging nu wordt recht streeks invloed uitgeoefend op de oorzaak van de stijgende kredietverlening nl. op de kredietnemer zélf, wiens krediet er duurder door wordt. Hierdoor hoopt men te ver krijgen, dat de kredietaanvragen zullen af nemen. io75

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1962 | | pagina 41