nog geen vaste grond onder de voeten had
den. Maar ook het gemeentebestuur van
Eindhoven liet zich niet onbetuigd. Toen
wij in de loop van 1960 een voorlopig
bouwplan geheel uitgewerkt klaar hadden,
is met medewerking van het gemeentebe
stuur van Eindhoven in december 1960 de
Rijksgoedkeuring aangevraagd. Dank zij
deze vooruitziende medewerking was het
mogelijk om, toen in de tweede helft van
1961 een voldoende inzicht kwam te ont
staan in de planning van wegen en van be
bouwing ten noorden van het station, niet
alleen met de gemeente een definitieve
overeenkomst tot stand te brengen over de
verwerving van het noodzakelijke bouwter
rein, doch ook om het voorlopige bouwplan
onmiddellijk aan te passen aan de moderne
verkeerssituatie, die inmiddels voor het
stadsdeel henoorden het station was ge
schapen.
In december 1961 kon het eigenlijke voor
de bouw van de nieuwe bank bestemde
bouwterrein aan ons worden verkocht.
Vervolgens kon het definitieve bouwplan
worden opgesteld. Het bleek evenwel, dat
de terreinsituatie ten noorden van het sta
tion grondig was gewijzigd en dat een ge
heel nieuwe moderne conceptie in de plaats
was gekomen van de gedachten, die in 1957
nog leefden omtrent de toekomstige bebou
wing van het stadsdeel benoorden het sta
tion. Echter bleek ook, dat het bedrijf van
de Centrale Bank als het ware de laatste
jaren een even snelle expansie had te zien
gegeven als de gemeente Eindhoven, zodat
ook onzerzijds behoefte bestond aan een
expansieve aanpassing van ons plan aan de
moderne expansie van Eindhoven. Het is
1058
de grootste verdienste van onze architecten
geweest, dat zij in de kortst mogelijke tijd
het grootst mogelijke begrip hebben opge
bracht voor deze verrassende ontwikkeling,
waaruit is geresulteerd een definitief bouw
plan, dat thans hier voor U staat opgesteld
en dat met handhaving van de oorspronke
lijk gedachte inhoud de synthese vormt van
de expansie van de Gemeente Eindhoven
en van het bedrijf van onze Centrale Bank.
Groot was onze verrassing en blijdschap
toen reeds in het begin van dit jaar de Bur
gemeester van Eindhoven persoonlijk ons
mededeelde, dat op het verkrijgen van de
Rijksgoedkeuring in de loop van dit jaar
zou kunnen worden gerekend. Daaraan was
echter de voorwaarde verbonden, dat dan
ook binnen zes maanden met de nieuwbouw
een aanvang zou moeten worden gemaakt.
Deze korte termijn, zo kort nadat de situe
ring van het stadsdeel benoorden het sta
tion haar definitieve gestalte had gekregen,
zou voor onze architecten een overrompe
ling hebben kunnen betekenen. Men zou
hebben kunnen verwachten, dat hun en
thousiasme omgekeerd evenredig zou zijn
geweest aan de vreugde, waarmede wij de
mededeling van de Burgemeester inzake de
Rijksgoedkeuring voor de nieuwbouw ver
namen.
Ik kan moeilijk in woorden weergeven, al
thans in woorden, die hij dit hoge gezel
schap passen, hoe wederzijds in de bespre
kingen tussen de architecten en ons toen de
reacties zijn geweest. Dat echter het schier
onmogelijke toch mogelijk is geworden
blijkt uit de conceptie van het moderne
bankgebouw, die in de vorm van deze ma
quette thans voor U staat. De heren Kraay-