voor het laatst in hun functie als lid van de Raad van Toezicht van de Centrale Bank hier aanwezig zijn. De Heer van Kampen heeft deze functie vervuld sinds 1941 en de Heer Thijssen sedert het jaar 1947. Beide hebben derhalve in hun functie als leden van de Raad van Toezicht de boerenleen bankorganisatie gediend gedurende vele moeilijke jaren. Ongetwijfeld spreek ik namens allen wan neer ik deze beide heren hartelijk dankzeg voor alles wat zij als leden van de Raad van Toezicht tot een goede ontwikkeling van onze boerenleenbankorganisatie hebben bij gedragen. Binnen het kader van de alge mene behartiging van de aan onze boeren leenbankorganisatie toevertrouwde belan gen heeft de Heer van Kampen in het bij zonder steeds daarbij gewezen op het bij zondere belang van de weidebedrijven, ter wijl de Heer Thijssen niet heeft nagelaten op te komen voor de belangen van de kleine boeren en tuinders, die zich steeds meer hebben ontwikkeld in de richting van een geïntensiveerde en gespecialiseerde be drijfsvoering. Wij zijn beide heren zeer erkentelijk voor de prettige wijze waarop zij met ons heb ben samengewerkt. Ik vertrouw, dat de algemene vergadering ermede akkoord zal willen gaan, indien aan de beide aftredende functionarissen een pas send afscheidsgeschenk zal worden aange boden als een bescheiden blijk van onze er kentelijkheid. Hierna moge ik de algemene vergadering vragen de Verlies- en Winstrekening van de Centrale Bank betreffende het boekjaar 1961, de Balans per 31 december 1961 van de Centrale Bank, de Rekening en Verant woording van het Onderling Waarborg fonds en de Balans van het Garantiefonds voor Land- en Tuinbouw te willen goed keuren en tevens goedkeuring te willen hechten aan het voorstel, dat is gedaan in zake de verdeling van de winst 1961 van de Centrale Bank. Vertrouwende, dat de algemene vergade ring tegelijk met de gevraagde goedkeurin gen décharge zal willen verlenen aan het Bestuur en de Raad van Toezicht van de Centrale Bank voor het in 1961 gevoerde beheer, beëindig ik deze toelichting met de bede, dat het God moge behagen onze in stelling, onze gehele organisatie, de haar toevertrouwde belangen en ons allen per soonlijk te blijven zegenen. io54

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1962 | | pagina 20