Voorzitter Mertens opent de Algemene Vergadering
ook deze keer weer, zoals U reeds aan het
U toegezonden exemplaar hebt kunnen
constateren, keurig verzorgd en overzichte
lijk ingedeeld.
I)e gegevens, die in het jaarverslag zijn op
genomen, tonen ons hoe wij ook in het jaar
1961 wederom een aanmerkelijke vooruit
gang hebben geboekt in al onze aktiviteiten.
Het bedrag aan spaargelden en andere mid
delen, aan onze instellingen toevertrouwd,
was groter dan het ooit tevoren is geweest.
De vraag naar financieringsmiddelen van
de zijde van onze cliënten hield hiermee
gelijke tred, of steeg wellicht nog iets krach
tiger, zodat de uitzettingen in eigen kring
van de aangesloten boerenleenbanken, als
mede de beleggingen van de centrale instel
lingen wederom een sterke uitbreiding te
zien gaven. Aan het einde van het jaar
overschreden de aan de boerenleenbanken
toevertrouwde middelen 2 miljard gulden,
terwijl de door onze banken bij de Centrale
aangehouden tegoeden op die datum ruim
1048
één miljard gulden beliepen. Ook de uitzet
tingen in eigen kring van de boerenleen
banken naderden een miljard gulden. In het
vierde kwartaal werd de miljoenste spaar
der ingeschreven.
Voor de eerste maal zijn nu ook de bedrijfs
resultaten van de aangesloten boerenleen
banken over het onmiddellijk voorafgaande
jaar in het verslag opgenomen. Ook deze
tonen een alleszins gunstige ontwikkeling.
Een woord van dank past aan al degenen,
die het hunne ertoe hebben bijgedragen dat
de publikatie van deze bedrijfsresultaten op
een zo vroeg tijdstip mogelijk is geworden;
deze dank betreft zowel de kassiers en hun
assistenten alsook de medewerkers van de
Centrale Bank, in het bijzonder de leden
van de Inspectiedienst.
Een volgend zeer belangrijk punt van de
agenda betreft de wijzigingen in de model
statuten en het model-huishoudelijk regle
ment van de aangesloten boerenleenbanken
en de Centrale Bank alsook de wijziging van
de reglementen van het Onderling Waar
borgfonds, voor welke wijzigingen de Re
organisatie-Commissie de U toegezonden
voorstellen heelt ingediend. Deze voorstel
len zijn door het Bestuur en de Raad van
Toezicht van de Centrale Bank ongewijzigd
overgenomen. Wij zullen echter nog enige
amendementen te bespreken hebben, die
zijn ingediend naar aanleiding van de ge
zichtspunten welke tijdens de voorjaarscur
sus naar voren zijn gekomen. De wijzigin
gen, zoals die thans aan de algemene verga
dering ter beoordeling worden overgelegd,
vormen de neerslag van een diepgaand on
derzoek in de genoemde Reorganisatie-
Commissie en in de leiding van de Centrale