ven bij zijn. Wat de financiële resultaten betreft verdienen onderstaande conclusies de aandacht. De gemengde bedrijven beneden de grote rivieren kwamen beter uit dan die in an dere gebieden, omdat de bedrijfsomvang per volwaardige arbeidskracht er groter is en ook omdat de opbrengst per f 100 voederkosten van de varkens en kippen er in het algemeen hoger is. De kostprij zen van de melk vertoonden grote variatie, uiteenlopend van 18 cent tot 30 cent per kg. 1- len gunstige kostprijs werd verkre gen bij een melkproduktie per volwaar dige arbeidskracht van 50.000 kg of meer en een melkproduktie per koe van mini maal 4200 kg. Gemengde bedrijven in Noord-Limburg Uit bedrijfsvergelijkende overzichten van het Boekhoudbureau van de L.L.T.B. over 139 gemengde bedrijven van 7 tot 10 ha in de gemeenten Beugen, Gennep, Otter- sum en Mook blijkt het volgende. Per arbeidskracht van het gezin was in 1959 gemiddelde rond 40.000 geïnvesteerd. Op deze bedrijven werd gemiddeld een bedrijiseconomisch verlies geleden van rond 2000. De vijf beste bedrijven maakten echter een winst van gemiddeld 4650. Op deze vijf bedrijven was per arbeidskracht ook meer geïnvesteerd, na melijk gemiddeld circa 56.000. Hierbij dient te worden bedacht dat eigen grond, gepachte grond en bedrijfsgebouwen zijn gewaardeerd volgens officiële normen en het woongedeelte van de boerderij niet in de taxatie is opgenomen. Tuinbouw Over de tuinbouw in het gebied rond Venlo zijn bedrijfseconomische gegevens via het Landbouw-Economisch Instituut beschikbaar. Hieruit kon voor 1960 onder staande tabel worden afgeleid. Bedrijfsomvang en financiering Uit bovenstaande cijfers voor land- en tuinbouw blijkt, dat in doorsnee met een hogere investering per arbeidskracht be tere bedrijfsresultaten mogen worden ver wacht. Deze hogere investering kan gefi nancierd worden met de moderne kre dietvoorzieningen van de boerenleenban ken. Met nadruk moet hierbij echter wor den gesteld dat de moderne kredietvoor zieningen zijn bedoeld voor moderne be- Geschatte investering Bedrijfseconomisch per arbeidskracht gemiddeld circa Opcngrondsbedrijven 43.000 Opengronds glasbedrijven f 54.000 Glasbedrij ven 72.000 Cl l i resultaat gemiddeld verlies 1600 winst 1300 winst 5200 1017

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1962 | | pagina 27