sistent) als zaakwaarnemer van de spaar
der optreden, hetgeen ongewenst moet
worden geacht.
Behalve de hiervoor genoemde is er nog
een andere reden, waarom het overboe
ken van bedragen van spaarrekening naar
lopende rekening, hetzij op grond van de
bepal ing in het reglement van de stichting
spaarbank, hetzij op grond van een doorlo
pende schriftelijke opdracht minder juist
moet worden geacht. Aangenomen, dat de
spaarder bij de boerenleenbank een lopen
de rekening aanhoudt voor bedrijfsdoelein
den, zal onder normale omstandigheden
het tegoed op deze rekening toereikend
moeten zijn voor het doen van de normale
bedrijfsuitgaven. Dit betekent, dat het te
goed regelmatig zal wisselen in grootte, dus
dan weer hoog en dan weer laag zal zijn.
Indien het tegoed niet toereikend is voor
de lopende bedrijfsuitgaven, zal het ofwel
uit eigen middelen (spaartegoed) ot door
een krediet in lopende rekening moeten
worden aangevuld. Anderzijds kan het te
goed op lopende rekening door bedrijfs-
ontvangsten te hoog worden in verhouding
tot de behoefte voor de lopende bedrijfs
uitgaven. In beginsel bestaat er geen be
zwaar tegen indien een lopende rekening
houder een te laag creditsaldo aanvult uit
zijn spaartegoed, of een overschot laat
overboeken naar zijn spaarrekening. Het
gaat echter niet aan, dat deze overboekin
gen van en naar spaarrekening zo veelvul-
II et bankgebouw van de Boerenleenbank Voorschoten zal ongetwijfeld veler blikken vangen