schotnemers een te grote belasting mee
brengen. Wellicht is door het vroeger ver
zenden van de herinneringen dit bezwaar
gedeeltelijk te ondervangen.
Overboekingen van spaarrekeningen
naar lopende rekeningen
1 let is gebleken, dat bij enkele kassiers een
minder juiste opvatting bestaat over de
toepassing van de clausule in het reglement
van de stichting spaarbank, waarbij de
spaarbank de bevoegdheid is toegekend om
het tegoed van de rekeninghouder geheel
ol gedeeltelijk aan de boerenleenbank over
te dragen, teneinde deze in de gelegenheid
te stellen schuldvergelijking toe te passen.
De onderhavige bepaling is in het regle
ment van de stichting spaarbank opgeno
men teneinde in voorkomende gevallen de
boerenleenbank de mogelijkheid te geven
het spaartegoed te compenseren met het
geen zij zelf van de betrokken cliënt, on
verschillig uit welken hoofde ook, tegoed
heeft. Schuldvergelijking is namelijk alleen
mogelijk ten aanzien van wederzijdse schul
den en vorderingen van eenzelfde persoon
of instelling. De rekeninghouders van de
stichting spaarbank hebben echter een vor
dering niet op de boerenleenbank, doch op
de spaarbank, die een zelfstandige rechts
persoon is. Zonder speciale voorziening
zou het daarom voor de boerenleenbank
niet mogelijk zijn haar vordering op een
cliënt te compenseren met het eventuele
tegoed van dezelfde cliënt op diens spaarre
kening. De onderhavige bepaling in het re
glement van de stichting spaarbank heft
deze moeilijkheid op en terecht, omdat de
boerenleenbank en haar stichting spaar
bank, hoewel juridisch twee afzonderlijke
instellingen, naar buiten en tegenover haar
relaties als eenheid worden ervaren.
Dit alles neemt echter niet weg, dat van de
mogelijkheid tot schuldvergelijking alleen
gebruik moet worden gemaakt indien het
belang van de bank zulks vereist ter voor
koming of beperking van verliezen. De
consequentie hiervan is, dat de kassier de
bepaling niet mag hanteren als een soort
blanco volmacht om maar naar believen
bedragen naar lopende rekening over te
boeken, telkens wanneer de stand van re
kening dit gewenst zou maken.
In ongeveer hetzelfde vlak ligt een door
lopende schriftelijke machtiging van de
spaarder, waarbij de spaarbank gemach
tigd wordt, op door deze te bepalen tijd
stippen niet nader bepaalde bedragen ten
laste van de spaarrekening over te boeken
naar de boerenleenbank ten gunste van de
aldaar ten name van de inlegger aangehou
den lopende rekening. Zodanige machti
ging is niet in overeenstemming met de za
kelijke verhouding, die, ondanks een maxi
maal dienstbetoon, tussen bank en reke
ninghouder steeds moet bewaard blijven.
Het gehele betalingsverkeer berust op op
drachten (eenmalige, doorlopende of auto
matische) waarbij de bank echter altijd van
buitenaf, hetzij door de rekeninghouder
zeil, hetzij door diens schuldeiser, opgave
verkrijgt van de werkelijk over te boeken
of uit te betalen bedragen. Daar in boven
bedoelde schriftelijke machtiging de groot
te van de over te boeken bedragen ont
breekt, zou in feite de kassier (of diens as-
98 1