van zijn aantrekkelijkheid te hebben verlo
ren. De landbouwkredietinstellingen, in dit
geval de heide Centrales, hebben zeer wei
nig geld uitstaan in het buitenland.
Belangstelling van handelsbanken voor
effecten en middellang krediet
De effectenportefeuille van de landbouw
kredietinstellingen vertoonde in 1961 een
bescheiden uitbreiding met 48 miljoen.
Blijkbaar ondervonden deze instellingen
een voldoende vraag naar rechtstreeks te
plaatsen leningen om hun gelden vooral in
deze richting uit te zetten, en hadden zij
weinig behoefte aan belegging op de open
bare kapitaalmarkt.
Bij de handelsbanken nam de uitbreiding
van de effectenportefeuille een grotere om
vang aan, namelijk 136 miljoen. Onge
twijfeld hield dit verhand met de groei van
de spaargelden: er is sedert 1957 een duide
lijk verhand waar te nemen tussen de et-
fectentransacties van de geldscheppende
instellingen enerzijds en de toeneming van
spaargelden en eigen middelen hij deze in
stellingen anderzijds. In het Centraal Eco
nomisch Plan voor 1962 wordt dit aange
toond. Ook het jaarverslag van de Amster-
damsche Bank legt verband tussen de aan
koop van effecten en de aanwas van de gel
den op spaarrekening. Daarnaast financie
ren de handelsbanken de verstrekking van
kredieten op middellange termijn eveneens
uit spaardeposito's.
De boerenleenbanken hebben steeds de ver
strekking van kredieten met middellange
looptijd als hun voornaamste werkterrein
beschouwd. Wij zien dus, dat het beleid
van de handelsbanken enige wijziging ver
toont in de richting van de praktijk der
boerenleenbanken en dat het onderscheid
tussen instellingen „aan de korte en de lan
ge zijde" van de kredietmarkt minder
scherp wordt. In verscheidene andere lan
den, met name in de Duits sprekende en
Skandinavische landen, is dat reeds lang
het geval. Hun voorbeeld bewijst, dat ook
bij minder scherpe begrenzingen tussen de
delen van de kredietmarkt de verschillen
de instellingen elk naar hun eigen aard en
karakter hun verschillende taken nog zeer
goed kunnen behartigen, zonder in een al te
scherpe en dus nationaal gezien onvrucht
bare concurrentiestrijd te vervallen.
■kruimte van het Bijkantoor Raamsdonkve
vrat de Boerenleenbank Geert ruiden In
963