Systeembouw in agrarische bedrijven In ons nummer van december 1961 is in het artikel „Structuurveranderingen in de landbouw" onder meer naar voren ge komen dat het van groot belang is om de bedrijfsgebouwen voortdurend te kunnen aanpassen aan nieuwe eisen in verband met mechanisatie, vergroting van het bedrijf enzovoort. Hierbij werd gesteld dat het ook voor de taxatie van betekenis is, of wijzigingen al dan niet zonder grote kosten mogelijk zijn. In aansluiting hierop gaan wij in liet onderstaande nader in op een artikel in „Landbouwmechanisatie" van dezelfde maand, dat handelt over een me thode om de flexibiliteit te vergroten. Door het Instituut voor landbouwbedrijfs gebouwen is een systeem ontwikkeld (een zgn. montagesysteem of prefab-systeem) waarbij gebruik wordt gemaakt van in de fabriek vervaardigde bouwelementen. De ze elementen hebben zowel betrekking op de inrichting van de gebouwen (elementen voor rundvee-, jongvee- en varkensstallen) als op de omwanding daarvan. Het systeem is gebaseerd op kleine elementen, die met handkracht zijn te plaatsen of weg te ne men. De wanden zijn onafhankelijk van de dak- en spantconstructie gehouden, d.w.z. de wanden hebben geen dragende functie. De elementen zijn door hun universele ka rakter niet gebonden aan een bepaald type gebouw. De architect heeft de mogelijk heid een eigen ontwerp te maken met de faciliteiten van de systeembouw. De beves tiging van de wandelementen geschiedt met behulp van bouten, waarvoor schroei- hulzen in de platen zijn aangebracht. De voegen tussen de platen worden met voeg- vulling dicht gemaakt. Het zal duidelijk zijn dat alleen met een dergelijk bevesti gingssysteem op een later tijdstip wijzi gingen mogelijk zijn zonder veel kosten of materiaalverlies. Hij gemetselde bouw elementen zal zoiets niet mogelijk zijn. De omschreven bouwmethode maakt het mogelijk om het skelet van het gebouw plus het dak aan te brengen alvorens de wanden worden gemonteerd. Dit bete kent eveneens, dat men hij eventuele wij zigingen de wanden kan vervangen door deuren, ramen of andere voorzieningen, zonder dat men de spant- of dakconstruc tie behoeft te wijzigen. De wandelemen ten zijn leverbaar in geïsoleerde of onge- isoleerde uitvoering. De isolatielaag is in de wandelementen aangebracht en bestaat uit 1,5 cm. kunststofschuim op basis van polystyreen. De isolerende waarde komt vrijwel overeen met die van een spouw muur. Tot nu toe heeft men met dit systeem gunstige ervaringen opgedaan. In de hui dige tijd, met snel veranderende bedrijfs-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1962 | | pagina 24