te veel Investeert de landbouw De noodzaak van ingrijpende veranderin gen binnen de landbouw wordt tegenwoor dig algemeen erkend. Om in een maat schappij, die haar economische activiteit steeds sterker uitbreidt en steeds meer ver volmaakt, met de rest van het bedrijfs leven te kunnen concurreren ziet de land bouw zich wel gedwongen met het daar heersende tempo mee te gaan. Dat geldt zo wel voor de organisatievormen als voor de verzorging van de bedrijfsuitrusting in de ruimste zin van het woord. Dit laatste houdt tevens in, dat de overheid het hare doet om de particuliere investeringen aan te vullen en ze hun volle doelmatigheid te ge ven door ruilverkavelingen en andere wer ken ter verbetering van de structuur. De aandacht is in deze vooral gericht op inves teringen in vaste activa, dat wil zeggen in grond, gebouwen, machines, werktuigen, enzovoort. Men zou zich kunnen gaan af vragen of de investeringen in de landbouw langzamerhand niet te hoog gaan worden. Deze kwestie is onlangs aan de orde gesteld 924 door dr. J. T. P. de Regt in het weekblad Economisch-Statistische Berichten. 1 Iet leek ons interessant, voor onze lezers een samenvatting te geven van wat deze mede werker van de Cultuurtechnische Dienst over dit onderwerp te berde heeft gebracht. Om te beginnen maakt de heer De Regt, binnen het geheel van de Iandbouwinveste- ringen in vaste activa, onderscheid tussen investeringen die door de landbouwbedrij ven zelf worden verricht en anderzijds in vesteringen die door de overheid worden verricht of speciaal van overheidswege worden gestimuleerd. De eerste groep noemt hij bedrijfsinvesteringen de andere structuurverbeterende investeringen. I let is duidelijk dat beide soorten van investe ringen zonder elkaar niet voldoende ren dabel kunnen zijn. De bruikbaarheid van grote machines bijvoorbeeld, komt eerst goed tot haar recht als de verkaveling van het bedrijf gunstig is en er voldoende ver harde wegen aanwezig zijn en de waterbe heersing bevredigend is, zodat de grond stevig genoeg is om zulke machines te dra gen. liet heeft de schrijver heel wat berekenin gen gekost om betrouwbare schattingen te verkrijgen van deze beide soorten investe ringen. Wij zullen deze berekeningen niet weergeven en ons houden aan de uitkom sten, waarbij de aanvullende cultuurtech nische werken niet geheel en de grote Zui derzeewerken in het geheel niet zijn mee geteld. Wij zijn het met de schrijver eens, dat daarmee de meest juiste benadering van de landbouwinvesteringen in vaste activa wordt verkregen.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1962 | | pagina 18