Het Ideaal spaarplan
„De Zilvervloot"
Per 30 juni 1961 is, evenals in vooratgaan-
de jaren, weer een onderzoek ingesteld
naar de stand van de deelneming aan het
Spaarplan de Zilvervloot. Uit deze enquête
is gebleken, dat ook de jeugdigen zich niet
onbetuigd hebben gelaten bij het tot re
cordhoogte opvoeren van de spaarover
schotten in 1961. Van 1 juli 1960 tot 1 juli
1961 is het totaal aantal deelnemers toege
nomen met 61.000 ot 19%. Het totale
spaartegoed steeg in die periode van
79.776.118,— tot 132.906.108,—, het
welk een toeneming betekent van ruim
66°/o. Aangenomen mag worden, dat de
gestage groei zich ook in de tweede helft
van 1961 heeft voortgezet en dat op 1 ja
nuari 1962 het totaal aantal deelnemers
400.000 bedroeg met een spaartegoed van
naar schatting 160 miljoen gulden.
Wat is nu het aandeel van onze boerenleen
banken in deze Zilvervloot? Op 30 juni
1961 bleken 63.476 jeugdige spaarders in
totaal 23.284.000,— te hebben ingelegd.
Dat waren er 1 1.068 of 21" 0 meer dan op
30 juni 1960. Het tegoed is gestegen met
9.389.000,— of 67%. Onze boerenleen
banken slaan dus geen slecht figuur bij
vergelijking met de landelijke cijfers. Van
het totaal aantal deelnemers bleek per 30
juni 1961 i6,6° (i te sparen bij onze boeren
leenbanken. Zij spaarden 17U"" van het
totale tegoed. Het blijkt echter, dat deze
percentages ook in 1960 wel werden be
reikt maar in 1959 hoger waren (resp.
i6,7°/o en 18,1%). Vanaf 1 juni 1959 tot
1 juni 1961 is er dus een stilstand in de toe
neming van ons marktaandeel, ja zelfs een,
zij het zeer geringe, achteruitgang. Van
zelfsprekend moet men nog afwachten hoe
het resultaat in bet tweede halfjaar van
1961 is geweest. Toch moet de stilstand
van de laatste twee jaren een aanwijzing
zijn. Een aanwijzing namelijk, dat voor de
ze spaarvorm een voortdurende aktiviteit
noodzakelijk is. Want elk jaar breidt het
aantal van degenen die aan dit spaarplan
kunnen meedoen zich uit. De eerstkomen
de jaren is zelfs rekening te houden met
een aanzienlijk groter aantal 15-jarigen
door het zeer hoge geboortecijfer in de ja
ren 1946 t/m 1948. De 15-jarigen dienen
dan ook benaderd te worden, schriftelijk
door toezending van brieven waarin ben
gewezen wordt op de voordelen van het
spaarplan de Zilvervloot, nog beter per
soonlijk via de ouders. De afdeling Bevol
king van iedere Gemeente zal, tegen gerin
ge vergoeding, ongetwijfeld de namen en
adressen en de geboortedata van de aan
staande 15-jarigen willen verstrekken. Het
mag bekend verondersteld worden, dat
voor de schriftelijke benadering de beno-
920