Bank gestelde grenzen niet heeft over schreden. Men kan hierin een aanwijzing zien, dat de bij de regeling betrokken bankinstel lingen inderdaad enige terughoudendheid hebben betracht in de verstrekking van de kredieten op korte termijn waarom het in de regeling ging. Anderzijds is de Neder- landsche Bank tot de conclusie gekomen, dat het ongewenst zou zijn, deze regeling nu maar te laten vervallen. Zij wil de gang van zaken ook in 1962 in de hand houden, omdat de economische en iinanciële situa tie van het ogenblik nog steeds niet geheel zonder gevaren is. Daarom heeft de Nederlandsche Bank, na overleg met de betrokken kredietinstellin gen, nieuwe regels gegeven voor de rele vante kredietverlening; dit is de verlening van kredieten in lopende rekening alsmede van voorschotten waarvan de gemiddelde looptijd, te rekenen vanaf het tijdstip van (eerste) opneming, korter dan twee jaar is. In deze regels zijn dezelfde basisperioden aangehouden als die welke golden onder de regeling van vorig jaar, dat wil zeggen het laatste kwartaal van 1960 en de ten opzichte van de lopende periode overeen komstige drie-maandsperiode van twee jaar tevoren. De eerste regel stelt, dat de kredietverlening niet méér mag stijgen dan met j/2°/o per maand van de verstreken maanden van 1962 eenmalig verhoogd met 15% ten opzichte van het laatste kwartaal van 1960. In de maanden novem ber 1961 tot en met januari 1962 mag de kredietverlening dus gemiddeld niet meer dan 15 ^2°/o hoger liggen dan in het laatste kwartaal van 1960. In de periode december 1961 tot en met februari 1962 wordt dit 16%, in het eerste kwartaal van 1962 wordt het i6/2°/o en in de periode februari tot en met april 17%). Voor de maanden na april 1962 heeft de Nederlandsche Bank nog geen richtlijn verstrekt. De tweede regel stelt, dat de gemiddelde kredietomvang per periode van drie maan den niet meer dan 21% boven het peil van de overeenkomstige periode van twee jaar tevoren mag liggen. Om de overgang naar de nieuwe regeling niet te moeilijk te ma ken, heeft de Nederlandsche Bank toege staan, dat op het aldus bepaalde peil nog een zekere opslag wordt gelegd, die echter elke volgende periode kleiner wordt. Aldus komt de onderhavige kredietgrens voor de periode november 1961 tot en met ja nuari 1962 te liggen op 2 6j/2°/o boven de kredietomvang in de overeenkomstige pe riode rond de jaarwisseling 1959/1960. Voorde periode december 1961 tot en met februari 1962 wordt de grens 26%, voor het eerste kwartaal van 1962 wordt hij 2 5 ]/2^!0 en voor februari tot en met april 25%. Evenals onder de voorgaande regeling zal een kredietinstelling, die beide normen heeft overschreden, worden uitgenodigd een renteloos deposito bij de Nederland sche Bank aan te houden tot ten hoogste het bedrag van de overschrijding. De rege ling zal wederom niet in werking treden, zolang niet de gezamenlijke relevante kre dietverlening van de betrokken banken beide voor de totaliteit geldende normen heeft overschreden. Onder deze omstan digheden handhaaft ook de Coöperatieve Centrale Boerenleenbank de geldende rege- 874

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1962 | | pagina 8