Boekbespreking
Handleiding voor bestuurders van coöpe
raties, door mr. E. D. Harderwijk. Uitgave
van de N.V. Uitgevers-maatschappij
EE. Kluwer, Deventer-Antwerpen, 1961.
Dit boek geeft een beschrijving van de
coöperatie als juridische organisatievorm,
liet bevat enerzijds juridische beschouwin
gen, maar behandelt anderzijds ook kwes
ties die de organisatie betreffen. Ofschoon
het hier en daar ook theoretische aspecten
van de besproken vraagstukken in de be
schouwing betrekt, is het toch voornamelijk
bedoeld als een handleiding voor de prak
tijk. De schrijver richt zich in het bijzonder
tot de bestuurders en andere functionaris
sen van coöperaties, om hen langs deze
weg van dienst te zijn bij de uitoefening
van hun functie.
Het boek draagt een voorlichtend karak
ter. De schrijver heeft getracht een duide
lijke taal te gebruiken, die ook voordeniet-
jurist, die in de eerste plaats gebruik van
het boek zal kunnen maken, te begrijpen is.
Na een korte inleiding en een algemeen
overzicht van de wettelijke regelingen be
handelt de auteur in een dertien-tal hoofd
stukken de belangrijkste zaken die bij de
oprichting, de leiding en de beëindiging
van een coöperatie aan de orde komen.
Veel aandacht besteedt hij daarbij aan het
lidmaatschap en aan de aansprakelijkheid
in haar verschillende vormen, alsmede aan
het bestuur van de coöperatie. Ook gaat hij
uitvoerig in op de vele kwesties die samen
hangen met de bijeenroeping van en de
gang van zaken in de algemene vergade
ring. Daarnaast vinden nog vele andere
zaken, waaronder de statuten, de besluit
vorming en de naam, een behandeling in
korter bestek.
De schrijver heeft ook in zijn beschou
wingen betrokken de vernieuwingen, die
zullen voortvloeien uit de eerlang te ver
wachten invoering van deel 2 van het nieu
we Burgerlijk Wetboek, waarin het vereni
gingsrecht is vervat. Mogelijk kunnen de
verwijzingen naar deze nieuwe regelingen,
die thans nog geen geldend recht zijn, hier
en daar verwarring wekken. Het was mis
schien voor de hanteerbaarheid van het
boek beter geweest, als deze beschouwin
gen waren weggelaten.
Dit brengt ons op de strikt juridische kant
van de zaak. Jammer genoeg is de auteur
er niet in geslaagd, op alle problemen die
zich in de praktijk voordoen een antwoord
te geven dat ook juridisch in alle opzich
ten bevredigend is. Het zij toegegeven, dat
de vraagstukken menigmaal zeer ingewik
keld zijn en dat de schrijver in het bestek
van deze handleiding niet overal diep op
kon ingaan. Dit neemt echter niet weg, dat
9°3