deert! bedrag van in totaal bijna f. 11 mil
joen. Het aantal per ultimo 1960 nog lopen
de borgstellingen is ons niet bekend, doch
het totaal aantal sinds 1952 verleende borg
stellingen bedraagt bijna 15.500, zodat cir
ca 9%> van deze kredietnemers achterstal
lig is.
Ten laste van het boekjaar kwamen slechts
vijf schadegevallen, waarvoor het Borg
stellingsfonds in totaal bijna f. 42.000 aan
hoofdsommen, rente en kosten heeft be
taald. Vanaf zijn oprichting tot en met
1960 heeft het Fonds tot een bedrag van
ruim f. 370.000 voor de gestelde borgtoch
ten moeten opkomen. Ruim f. 67.000 kon
echter alsnog op de desbetreffende kre
dietnemers worden verhaald, zodat (dubi
euze) vorderingen voor ongeveer f. 305.000
op de balans per 31-12-1960 staan. Dit
betekent in vergelijking met 31-12-1959
een toeneming van circa f. 28.000.
Hcl risicopercentage
Het te vorderen bedrag van f. 305.000
dient te worden beoordeeld ten opzichte
van het totaal aan verleende garanties sinds
de oprichting van het fonds. Dit totaal be
loopt f 113 miljoen. In aanmerking dient
echter te worden genomen dat vooral de
laatste jaren een aanmerkelijke stijging van
het totaal van afgegeven garanties hebben
laten zien zoals blijkt uit tabel 3.
Het ligt voor de hand, dat eventuele scha
degevallen eerst verscheidene jaren na de
verstrekking tot uiting zullen komen. De
eerste jaren zal de kredietnemer b.v. door
het laten oplopen van de schulden elders
of door het verkopen van enig vee, trach-
Tabel 3.
Verleende borgstellingsbedragen
1952 t/m
1957
f- 4543 2-56i
1958
f. 14.602.740
*959
f. 25.486.232
1960
f. 27.345.213
Totaal
f. 11 2.866.746
Bron: J;
1959 en 1960
ten aan zijn verplichtingen te voldoen. Ook
indien hij achterstallig is zal er nog wel
enige tijd verlopen voordat maatregelen
worden genomen. Er zal immers eerst moe
ten blijken dat het bedrijf van de krediet
nemer inderdaad onvoldoende rendabel is.
Tot uitwinning van het bedrijf zal niet wor
den overgegaan, indien de moeilijkheden
van tijdelijke aard zijn. Indien het schade
bedrag in verband met het bovenstaande
slechts vergeleken mag worden met gega
randeerde uitleningen die tenminste onge
veer 2 Yi jaar lopen en derhalve met een be
drag aan verleende borgstellingen van ten
hoogste f. 50 miljoen zou liet risicopercen-
tagc tenminste 0,6% van het oorspron
kelijk gegarandeerde bedrag belopen. Met
het oog op een zekere veiligheidsmarge
zou het ons inziens niet onredelijk zijn om
het geraamde risicopercentage over de
verstreken periode voor de toekomst op
bijvoorbeeld het vijfvoud te stellen. Ook
technische constructies worden zodanig
berekend dat deze een aantal keren de ge
wenste belasting kunnen dragen. Ongeveer
3% van het jaarlijks te garanderen bedrag
zou dan gelijk mogen zijn aan de renteop
brengst van het fondsvermogen verminderd
887