in 1961 De boerenleenbanken Het voorbije jaar heeft wederom de wel vaart in ons land groter zien worden, zoals in bijna alle voorgaande jaren van na de oorlog. Deze keer hebben de meeste Ne derlanders de groei van de welvaart niet genoten in de vorm van een hoger inko men, maar in de vorm van een kortere werkweek. Dank zij betere produktieme- thoden is de produktie niettemin op peil gebleven, hoewel alle werknemers, gemid deld gesproken, per week een uur of wat minder hebben gewerkt. Dat is op zichzelf een hele prestatie van het Nederlandse be drijfsleven. Wie meer vrije tijd tot zijn beschikking krijgt, zal in de meeste gevallen ook ge neigd zijn, meer geld te gaan besteden aan allerlei uitgaven om die vrije tijd aange naam door te brengen. We zagen dan ook een flinke toeneming van de uitgaven aan verschillende soorten consumptiegoederen in het afgelopen jaar. Met name de afzet van duurzame consumptiegoederen, zoals televisietoestellen en koelkasten, is sterk 876 gestegen. Daarin zullen ook de loonsver hogingen, die in 1960 en 1961 zijn gege ven, nog wel doorgewerkt hebben. Als men die hand over hand toenemende drang naar meer genieten van de welvaart ziet, zou men wel eens de indruk kunnen krijgen dat er geen geld meer kan over schieten om opzij te leggen. Men zou kun nen gaan vrezen dat er steeds minder ge spaard zal worden. Men hoort ook inder daad wel eens de klacht, dat de mensen niet spaarzaam meer zijn. Toch geven de cij fers van de spaartegoeden bij onze boeren leenbanken bepaald geen aanleiding tot zulke pessimistische gedachten. Trouwens, ook de andere spaarinstellingen blijven flo reren; de een minder dan de ander, maar ze vertonen alle in 1961 weer een flinke vooruitgang. In totaal zijn de tegoeden op spaarrekenin gen bij alle instellingen gezamenlijk (inclu sief de handelsbanken) in 1961 met naar schatting f. 1245 miljoen toegenomen, de rente over dat jaar niet inbegrepen, bij de traditionele spaarinstellingen, dus zonder de handelsbanken, bedroeg de aanwas in totaal f. 932 miljoen. Dat is maar liefst f. 108 miljoen méér dan in het voorafgaan de jaar. Onze boerenleenbanken slaan in dit gezelschap een zeer goed figuur. Zij boekten gezamenlijk een aanwas van f. 199 miljoen, vergeleken met f. 149 miljoen in 1960. Een zo grote aangroei van de spaar tegoeden in een enkel jaar is tot nu toe niet voorgekomen in onze organisatie. Ook het jaar 1959, dat tot heden als een rekord- jaar bekend stond, is hiermee overtroffen. Tellen we bij het aldus verhoogde saldo nog een bedrag van rond f. 50 miljoen als

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1962 | | pagina 10