ling zodanig wil beheersen, dat de struc
tuur van de landbouw niet gestoord wordt
door belangengroepen van buiten af, ter
wijl voorts de zelfstandigheid van de land
bouwproducenten als ondernemers behou
den blijft, dan zal deze integratie van
de landbouwproducenten moeten uitgaan.
Het aangewezen instrument hiervoor is
de landbouwcoöperatie".
Gaat de landbouwer een produktiecon-
tract aan met een coöperatie, dan heelt hij
altijd het grote voordeel dat zijn belangen
en die van de andere partij gelijk lopen.
Sluit hij daarentegen een contract af met
een particulier bedrijf, dan zijn de belan
gen tegengesteld. Vanuit het coöperatie-
wezen zelf gezien, kan worden opgemerkt
dat dit zich van oudsher reeds bezig
houdt met verscheidene aspecten, die in
de contractproduktie te onderkennen zijn.
Zo noemt drs. Coenen het kredictaspect.
Een van de aantrekkelijkheden van de
contractproduktie, wij zeiden het reeds, is
de vlotte verstrekking van krediet. De Ne
derlandse boerenleenbanken hebben hier
uit de consequentie getrokken, dat zij de
financiering van mestcontracten met coö
peraties voor hun rekening nemen. Deze
regeling werkt nu enige tijd. Zij levert de
deelnemers de voordelen van de contract
produktie, maar zonder de nadelen van
dreigende afhankelijkheid van bedrijven
die buiten de landbouw staan.
Een ander punt vormt de groeiende be
hoefte van de boeren aan adviezen en
technische bijstand. Via de gedeeltelijke
integratie met verwerkende bedrijven
kunnen zij kennis maken met de nieuwste
produktiemethoden en adviezen krijgen
van vaklieden. Wil de georganiseerde
landbouw het streven naar integratie zo
veel mogelijk in eigen handen houden, zo
schrijft drs. Coenen, dan zullen de desbe
treffende coöperaties bijstand en service
moeten verlenen op minstens gelijk peil.
Een derde motief is de uitschakeling of
althans vermindering van het prijsrisico.
Het is echter de vraag, of de coöperatie
ook daartoe geroepen kan zijn. Drs. Coe
nen merkt hierover op, dat het in elk
geval wel tot de taak van de afzetcoöpera-
tie behoort, haar leden nauwkeurig op de
hoogte te houden van de ontwikkelingen
op de markt, in het bijzonder ook over de
vooruitzichten voor de toekomst. Op deze
wijze kan het risico toch al aanmerkelijk
worden beperkt.
Coöperatieve samenwerking
Met deze enkele punten uit de vele te noe
men, menen wij te kunnen volstaan om
duidelijk te maken, dat de integratie in de
landbouw een belangrijke zijde van de mo
derne ontwikkeling is. Zij gaat voort, ook
al zouden de coöperaties zich er buiten
houden. Gelukkig doen zij dat niet. Door
coöperatieve samenwerking te kiezen kan
de boer immers dezelfde voordelen krij
gen als door integratie met bedrijven bui
ten de landbouw. Daarbij bewaart hij dan
zijn zelfstandigheid en heeft hij de zeker
heid, dat voor zijn belangen wordt ge
waakt. Aan de andere kant stelt de samen
werking, wil zij slagen, als voorwaarde dat
alle deelnemers hun goede wil tonen en
open staan voor nieuwe mogelijkheden.
842