derscheidde in de contracten twee grote
groepen: enerzijds de looncontracten, an
derzijds de financierings- en afzetcontrac
ten. Bij looncontracten mest de boer de
dieren tegen een van te voren overeenge
komen bedrag per week of per mestpe-
riode. Bij financierings- en afzetcontrac
ten wordt de mester een krediet verstrekt
voor de aankoop van jonge dieren. De af
zet van de slachtrijpe dieren is gewaar
borgd, maar het prijsrisico blijft voor de
mester, daar de betaling geschiedt naar de
marktprijs op de dag van levering. Con
tracten betreffende slachtkuikens maken
hierop een uitzondering; meestal bevatten
deze een vaste prijs voor de slachtrijpe
dieren.
Voor- en nadelen
Het initiatief tot de sluiting van overeen
komsten in deze trant is uitgegaan van de
fabrikanten. Er zijn voor hen voor de
hand liggende voordelen aan verbonden.
De veevoerfabrieken zien er een middel in
om hun afzet te vergroten. De verwerken
de industrieën kunnen zich op deze wijze
verzekeren van een regelmatige toevoer
van produkten van min of meer gelijke
kwaliteit tegen niet te zeer schommelende
prijzen. Handelsondernemingen is het
vooral te doen om een vlotte en regel
matige toevoer van produkten in de kwa
liteiten en grootteklassen, die voor hen ge
schikt zijn.
De landbouwproducent die met deze fa
brikanten in zee gaat is het in eerste plaats
begonnen om de afzetzekerheid en voorts
ook om gemakkelijke leverantie van die
ren. Er zijn echter nog allerlei bijkomende
factoren in het spel, die deze contracten
in de ogen van de deelnemende producen
ten aantrekkelijk maken. Drs. Coenen
noemt hierbij de kredietverlening, de tech
nische adviezen en de verzekering tegen
bedrijfsrisico's, al zegt hij hij dit laatste
dat de landbouwer toch meestal zelf die
verzekering hctaalt.
Er zijn evenwel ook nadelen aan deze
produktiecontracten verbonden, hoewel
die misschien niet zo in het oog springen.
Zij werken pas goed door op wat langere
duur.
De heer Rompuy wees daarop in zijn rap
port. Als eerste nadeel noemde hij het ge
deeltelijke verlies van de zelfstandigheid
van de hoer, of althans het ontstaan van
te grote afhankelijkheid tegenover de fa
brikanten. Vervolgens dreigt een al te een
zijdige specialisatie van de betrokken land
bouwbedrijven, die hen kwetsbaarder
maakt voor veranderingen in de vraag
naar hun produkten. Ten slotte bestaat het
gevaar, dat de fabrikant met het grootste
deel van de winst gaat strijken en de boer
zich met een minimale beloning tevreden
zal moeten stellen.
Als wij niet oppassen, keert de oude toe
stand, waarin de boeren afhankelijk waren
van de handelaars, in moderne vorm te
rug. Om die reden zijn indertijd de coöpe
raties opgericht. Daarom zijn zij eigenlijk
de aangewezen instellingen om de moder
ne boer ook bij nieuwe ontwikkelingen
in deze richting bijstand te verlenen.
Taken van de coöperatie
De heer Coenen drukt het in zijn rapport
als volgt uit: „Indien men deze ontwikke-
841