Integratie in de landbouw Enige punten van hetgeen behandeld is op het congres van de Europese Landbouw- Bond in Baden-Baden Het woord „integratie" betekent, zoals men weet, eenwording, aaneensluiting. In de bedrijfseconomie wordt het gebruikt om een zeer bepaalde wijze van aaneensluiting aan te duiden. Kr wordt mee bedoeld de aaneensluiting van bedrijven die eikaars leverancier en afnemer zijn, bijvoorbeeld een looierij en een schoenfabriek. Ook in de landbouw is deze integratie gaande. Een recent voorbeeld daarvan hebben wij in de sector van de pluimveehouderij, waar een aantal fabrieken van veevoer sa men slachterijen voor gevogelte hebben op gericht. De fabriek levert dan dus ener zijds bet voer voor de dieren, anderzijds verzorgt zij het slachten van diezeltde die ren. Een nog duidelijker voorbeeld, dat zich op het ogenblik echter nog in het sta dium van voorbereiding bevindt, is de in richtingvan kuikenmesterijen en een slach terij voor de daar gemeste dieren door een vleeswarenfabriek. In de coöperatieve samenwerking kennen wij iets dergelijks al langer. Denk maar aan het feit, dat onze boeren hun kunst mest kopen althans kunnen kopen bij hun eigen c.a.v. Dat betekent een samen gaan van de leverancier en de afnemer van kunstmest in een coöperatieve vereniging. Wij zouden dit een soort tussenvorm van integratie kunnen noemen, omdat de be trokken bedrijven zelf niet worden samen gevoegd. Drs. Coenen noemde het in zijn rapport voor bet congres „onvolledige in tegratie op collectieve grondslag". Indivi dueel houden de landbouwers hun vrijheid op hun eigen bedrijven; gezamenlijk heb ben zij zeggenschap over het coöperatieve bedrijf. Eenzelfde samenwerkingsvorm ziet men aan de andere kant van het land bouwbedrijf, waar de boer als leverancier van produkten optreedt. De voorbeelden liggen voor het grijpen: zuivelfabrieken, slachterijen, vleeswaren fabrieken enz. Aan deze zijde van bet vraagstuk, de in tegratie van het landbouwbedrijf met zijn afnemers, was bet grootste gedeelte van de rapporten in Baden-Baden gewijd. Het is ook op dit gebied dat de ontwikkeling bet snelste is en op zekere punten be zorgdheid heelt gewekt. Mes tcontract en Ook de fabrikanten hebben thans de voor delen van gedeeltelijke integratie ontdekt. Zij hebben daartoe de produktie op con tract ingevoerd, voornamelijk op het ge bied van de mesterij. De voorwaarden en vooral de strakheid van de binding tussen producent en afnemer lopen in deze con tracten vrij ver uiteen. Drs. Coenen on- 840

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1961 | | pagina 4