wenst is. Maar diverse landen, zoals Frank
rijk, Italië en Nederland, hebben duidelijk
gesteld dat zulks slechts verantwoord en
aanvaardbaar is wanneer tevoren een aan
tal beslissingen op het agrarische terrein
worden genomen. Deze beslissingen moe
ten zodanig zijn dat op een breed vlak,
voor een flink aantal land- en tuinbouw-
produkten, een werkelijk begin met het
gemeenschappelijke landbouwbeleid wordt
gemaakt.
De Ministerraad van de E.E.G. is nu bezig
met besprekingen ter voorbereiding van
beslissingen over een aantal voorstellen
der Europese Commissie: de ontwerp
verordeningen voor granen, varkensvlees,
eieren, gevogelte, groenten en fruit en
wijn alsmede de voorstellen ten aanzien
van objectieve criteria voor de vaststelling
en toepassing van minimumprijzen. Tot
voor kort moest ernstig gevreesd worden
dat met name Duitsland beslissingen op
het gebied van land- en tuinbouw in feite
zou tegenhouden, vooral vanwege zijn be
zwaren tegen de invoering van een richt-
prijzenstelsel voor granen. In een derge
lijk stelsel, zo stelden de Duitsers, zouden
vele producenten in de meer afgelegen ge-
bicden aanzienlijk lagere prijzen voor hun
graan ontvangen; in de praktijk zou een
en ander een aanmerkelijke verlaging van
de gemiddelde Duitse graanprijzen bete
kenen.
Maar onlangs heeft Prof. Erhard, de Duit
se minister van economische zaken, in het
Europese Parlement verklaard, dat Duits
land in de komende weken het nemen van
beslissingen op het agrarische vlak niet zou
blokkeren. Dit wil echter geenszins zeg
gen, dat de verschillende voorstellen van
de Commissie nu ook ongewijzigd door de
Minsterraad zullen worden aanvaard. Op
diverse punten immers bestaan er nog
grote meningsverschillen tussen de E.E.G.-
landen, en de Europese Commissie is druk
doende met het formuleren van wijzigin
gen, waardoor de aanvaarding van haar
voorstellen vergemakkelijkt zou worden.
Het zou een te groot waagstuk zijn nu te
voorspellen tot welke concrete beslissingen
de Minsterraad voor het einde van dit jaar
zal komen. Men moet er namelijk op reke
nen, dat de beslissingen in hoge tijdnood
tot stand zullen komen, zodat van te voren
niet te zeggen is welke compromissen op
diverse onderdelen uiteindelijk gesloten
zullen worden. Maar vrij zeker is het dat
in december tal van beslissingen op het
agrarische vlak zullen vallen en dat dan
met een meer gemeenschappelijk land
bouwbeleid een aanvang zal worden ge
maakt. Met spanning, en niet zonder enige
ongerustheid, wachten we af of dit begin
in alle opzichten op goede grondslagen zal
rusten.
Wc hopen in alle geval, dat de beslissin
gen meer stabiele verhoudingen en moge
gelijkheden zullen doen ontstaan voor de
handel in agrarische produkten tussen de
E.E.G.-landen onderling. De huidige si
tuatie is ons inziens niet houdbaar, omdat
de feitelijke ontwikkeling heeft aange
toond dat E.E.G.-landen telkens op aller
lei manieren de import uit andere E.E.G.-
landen aan beperkingen onderwerpen en
vaak geheel onmogelijk maken.
Zo heeft Frankrijk maandenlang geen in
voer van varkens toegestaan, hoewel de
856