eigenaar en loopt minder risico dan de
gewone geldpachter of de eigenaar-exploi
tant.
Als nadelen voor de pachter worden on
der meer genoemd, dat deze niet vrij is
in zijn bedrijfsvoering en de resultaten van
extra inspanning moet delen met de grond
eigenaar.
Aan de andere kant vindt de grondeige
naar het voordelig, dat hij zeggenschap
houdt in de bedrijfsvoering en het gebruik
van de produktiemiddelcn, dat hij deelt in
de goede oogsten en de mogelijkheid heeft
om investeringen te doen in het bedrijf.
Nadelen voor de grondeigenaar zijn ge
legen in de onzekerheid ten aanzien van
zijn inkomen en de grotere aandacht, die
het bedrijf van hem eist.
In het algemeen zou naar onze mening ge
steld kunnen worden, dat deelpacht, mits
in een goede vorm gegoten, inderdaad
overweging verdient, indien het risico
dragend vermogen onvoldoende van om
vang is voor het opzetten van een verant
woord bedrijf. Het voeren van een zake
lijke discussie over dit onderwerp wordt
overigens bemoeilijkt door emotionele fac
toren en door de invloed van het huidige
pachtprijsbeleid, die in de praktijk nu een
maal niet van deze kwestie zijn los te
maken.
Algemene aspecten
Laat ons thans terugkeren tot de nota van
de meer genoemde Commissie. Zij consta
teert in het vlak van de agrarische krediet
voorziening een verheugende activiteit, die
hoop geeft, dat liet kredietapparaat in de
848
toekomst in staat zal zijn om de belemme
ringen, die een bevredigende voorziening
in de kredietbehoefte van de bedrijven nog
in de weg staan, uit de wereld te helpen.
Men zal daarbij een open oog dienen te
hebben voor de belangrijke functie, die
de verdere integratie in verschillende be
drijfstakken zal kunnen hebben.
De Commissie is namelijk van mening, dat
alle positieve mogelijkheden van integra
tie moeten worden benut om in het bij
zonder onze exportlandbouw zijn plaats
te doen behouden. Deze positieve moge
lijkheden van integratie zijn onder meer
gelegen in een betere efficiency op de weg
van producent naar consument en een
betere verdeling van risico's en financie
ringslasten. Een positieve instelling ten
aanzien van de integratie kan voor de
landbouw het optreden van ongewenste
machtsconcentraties buiten zijn invloed
juist helpen voorkomen, zonder dat de
economische zelfstandigheid van de agra
rische ondernemer te zeer wordt aange
tast. Vanzelfsprekend denken wij hierbij
met name aan de coöperatie, waarin de
landbouwers een samenwerkingsvorm vin
den, die vele, nog bepaald niet uitgeputte,
mogelijkheden biedt op deze flank van de
concurrentiestrijd, zonder hun zelfstandig-
heid of hun eigen werkzaamheid aan te
tasten.
Tenslotte moge nog worden vermeld, dat
volgens de Commissie de zorg voor goede
financieringsmogelijkheden als een onder
deel van structuurbeleid in zijn brede be
tekenis moet worden gezien. Dit stand
punt willen wij volledig onderschrijven.