Boekbespreking De Bloemisterij in Nederlandonder redac tie van prof. dr. J. II. van Stuyvenberguit gave van de Vereniging De Nederlandse Bloemisterijs-Gravenhage i)6i. Het is een goede gewoonte, dat jubilerende instellingen een boek uitgeven dat een rui mer terrein bestrijkt dan het wel en wee van de instelling zelve. Zo heeft thans de Vereniging „De Nederlandse Bloemisterij" ter gelegenheid van haar 50-jarig bestaan een boek het licht doen zien, dat kan wor den beschouwd als een waardevolle bijdra ge tot de schaarse literatuur aangaande de bedrijfstak waarvan zij de belangen ver zorgt. In het eerste hoofdstuk verschaft dr. W. 11. Kemmers het kader voor het vervolg van het boek: hij beschrijft de ontwikkeling van de Nederlandse tuinbouw waarvan de bloemisterij immers een onderdeel vormt in de twintigste eeuw. In het tweede hoofdstuk gaat dr. M. A. J. Visser, hoofd van de afdeling Streekonderzoek bij het Landbouw-Kconomisch Instituut, nader in op de bloementeelt. F.nige grote centra van bloementeelt worden afzonderlijk bespro ken, terwijl ook sociale aspecten aandacht krijgen. Dan volgt een hoofdstuk, geschre ven door de secretaris van de jubilerende vereniging, mr. P. W. H. Zwahlen, over de organisatie, de activiteiten en de lotgevallen van de vereniging. Vervolgens komen er twee bijdragen van prof. dr. J. H. van Stuy venberg, hoogleraar in de economische en sociale geschiedenis. De ene betreft het vei lingwezen; de andere de conjunctuur en de regeringspolitiek. In beide is de historicus aan het woord, die Iaat zien hoe het be staande gegroeid is uit de omstandigheden van het verleden, en op die wijze de bete kenis van het bestaande duidelijker laat uit komen. Dan worden achtereenvolgens de groot- en kleinhandel in bloemen bespro ken. Prof. dr. J. F. Haccoü, hoogleraar in de bedrijfshuishoudkunde, houdt zich be zig met de typische structuur van de groot handel in snijbloemen, waaronder begre pen de export. De kleinhandel wordt be sproken door dr. A. W. Luyckx, medewer ker van het Kconomisch Instituut voor de Middenstand. Prof. van Stuyvenberg ver zorgt de slotbeschouwing. Uit deze weergave van de inhoud zal wel duidelijk zijn geworden, dat overwegend de economische aspecten van de Neder landse bloemisterij zijn belicht. Op vele plaatsen komen echter ook de sociale aspec ten naar voren. Concrete voorbeelden en aardige, soms pittoreske bijzonderheden verlevendigen de lectuur. Het boek is royaal en smaakvol uitgegeven, en voor zien van typerende foto's. 826

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1961 | | pagina 34