Vergeleken met die van 1960/61 liggen de
nieuwe kostprijzen over het algemeen on
geveer op hetzelfde niveau. Vrij algemeen
was verwacht dat de kostprijzen van 1961/
1962 enigszins boven die van 1960/61 zou
den liggen, dit vanwege de hogere lonen
en het meetellen van de ongunstige oogst-
omstandigheden van vorige zomer en
herfst.
Nu in het Landbouwschap het beraad over
de nieuwe garantieregelingen en ook het
overleg met de Minister nog moeten aan
vangen zullen we ons maar onthouden van
voorspellingen ten aanzien van de hoogte
van de nieuwe garantieprijzen. Wc hopen
dat ook dienaangaande de Minister van
Landbouw en het Landbouwschap het uit
eindelijk eens zullen kunnen worden.
Of dat zal lukken is natuurlijk nog een
vraag. Maar hoogstwaarschijnlijk zal het
overleg gemakkelijker verlopen dan de be
raadslagingen en de beslissingen van
de Raad van Ministers der E.E.G. omtrent
de verschillende voorstellen der Europese
Commissie op het terrein van de landbouw.
Deze beslissingen moeten in de Raad met
eenstemmigheid worden getroffen. Dr.
Mansholt heeft in de laatste weken diverse
malen duidelijk gesteld dat voor het einde
van het jaar een aantal beslissingen ten
aanzien van de landbouw zullen moeten
worden genomen. Zo heeft hij onlangs nog
in Amsterdam het volgende gesteld: „Als
de deelnemende landen van de E.E.G. geen
offers willen brengen om nog vóór 1 ja
nuari aanstaande de problemen ten aan
zien van de landbouwintegratie gezamen
lijk op te lossen, dan zijn de in het Verdrag
vastgestelde doeleinden van de eerste over
gangsetappe van de E.E.G. niet bereikt.
Dan komt dus de overgang naar de tweede
etappe in gevaar. En een dergelijke stil
stand en achteruitgang zouden aarzelingen
kunnen doen ontstaan bij de kandidaat
leden (zoals Engeland en Denemarken);
hun aarzelingen zouden de onderhandelin
gen met die landen ernstig kunnen bemoei
lijken."
In de loop van november zal de Raad van
Ministers van de E.E.G. tweemaal, telkens
voor twee dagen, bijeenkomen voor de be
handeling van de landbouwvoorstellen.
Men moet er dus op rekenen dat in novem
ber of eventueel in de loop van december
uiterst belangrijke beslissingen op het agra
rische terrein zullen vallen. Dat deze dan
in alle opzichten aan de essentiële belangen
van Nederland in een redelijke mate tege
moet zullen komen en de verwezenlijking
van een gemeenschappelijke markt zullen
bevorderen, is echter jammer genoeg
geenszins zeker.
816